Het bestuur van het "Interregionaal Meetnet inzake Luchtverontreiniging rond het Noordzeekanaal", genaamd Centrale Coördinatiecommissie Luchtverontreiniging Noordzeekanaalgebied had tot taak te bevorderen dat, in en rond het Noordzeekanaalgebied, metingen van luchtverontreinigingen op door haar aangewezen punten en verwerking van de meetresultaten op uniforme wijze werden uitgevoerd. De bovengenoemde commissie had een voorbereidende commissie die bestond uit een Bestuurlijke Werkgroep, 1965-1966, en een Technische Werkgroep, 1967-1976 (voorheen Technische Studiegroep, 1966-1967). De Bestuurlijke Werkgroep hield zich bezig met de bestuurlijke aspecten van het meet- en registratienet betreffende de luchtverontreiniging in het Noordzeekanaalgebied. De Technische Werkgroep was gemachtigd om de juiste locatie van de meetpunten te bepalen, eventueel te wijzigen en stelde tevens werkplannen op. Tussen deze twee werkgroepen was regelmatig overleg teneinde werkzaamheden op elkaar af te stemmen. De bestrijding van de luchtverontreiniging moest doelmatig en gecoördineerd gebeuren; hiertoe werd in 1965 de Technische Studiecommissie in het leven geroepen. Deze commissie hield zich bezig met de luchtverontreinigingsproblematiek in het Noordzeekanaalgebied en richtte daarbij primair aandacht aan de totstandkoming van een goed functionerend meet- en registratiestelsel in dit deel van Noord-Holland. In mei 1975 besloot de Centrale Coördinatiecommissie tot opheffing van het interregionaal meetnet. Er waren belangrijke veranderingen gekomen in de toen geldende omstandigheden. Zo was de Wet Luchtverontreiniging van kracht geworden en was er inmiddels in Noord-Holland een rijksmeetnet gekomen. De commissie besloot in overleg met het Provinciaal Bestuur de liquidatieprocedure in gang te zetten en de beëindigingsperiode vast te stellen. Hierdoor werd de continuïteit van de metingen gewaarborgd.