CC0 "No Rights Reserved" http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
<p>De gevangenissen en aanverwante gestichten werden onderscheiden in strafgevangenissen, huizen van bewaring en rijkswerkinrichtingen.</p> <p>In de strafgevangenissen werd uitsluitend de burgerlijke en militaire gevangenisstraf ten uitvoer gelegd. De huizen van bewaring waren bestemd: 1°. tot opneming van hen, die de straffen van hechtenis of van militaire detentie moesten ondergaan; 2°. tot opneming van alle anderen; 3°. tot verblijf voor doortrekkende gevangenen en andere onder verzekerde bewaring vervoerd wordende personen.[1]</p> <p> </p> <p> </p>
<p>Strafgevangenissen waren gevestigd te ’s-Gravenhage, Leeuwarden, Rotterdam, Groningen, Arnhem, Breda, Haarlem, ’s-Hertogenbosch, Roermond, Alkmaar en Zutphen.</p> <p>Huizen van bewaring waren aanwezig te ’s-Hertogenbosch, Amsterdam, ’s-Gravenhage Rotterdam, Utrecht, Arnhem, Haarlem, Breda, Leeuwarden, Roermond, Maastricht, Zwolle, Assen, Dordrecht, Middelburg, Almelo, Groningen, Winschoten en Alkmaar.</p> <p>Rijkswerkinrichtingen waren gevestigd te Veenhuizen en Breda. |</p> <p>In elk gesticht en inrichting bestond het gestichtsbestuur uit de directeur, terzijde gestaan door een college van regenten en onder toezicht van een commissie van toezicht.</p> <p>De tuchtscholen waren gevestigd voor jongens te Ginneken en te Nijmegen, voor meisjes te Montfoort;</p> <p>de Rijksopvoedingsgestichten voor jongens te Amersfoort en Doetinchem, voor meisjes te Zeist.</p> <p>Rijksasielen voor mannelijke psychopaten waren gevestigd te Avereest en te ’s-Gravenhage, een Rijksasiel voor vrouwelijke psychopaten was gevestigd te Avereest.[2]</p> <p> </p> <p> </p>