Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Eerste Afdeling Onderwijs
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1923
Einddatum
1932
Geschiedenis

Rond 1920 werd landbouwonderwijs gegeven op drie niveaus: lager, middelbaar en hoger. Onder het lager onderwijs vielen de land- en tuinbouwwinterscholen en de in 1921 opgerichte lagere landbouwscholen, die de schakel vormden naar de middelbare landbouwscholen. Het hoger onderwijs werd gegeven op de in 1918 tot Landbouwhogeschool opgewaardeerde rijkslandbouw­school te Wageningen, ingevolge de Wet op het hoger landbouwonderwijs van 1917.[1]

 

Functies en activiteiten

De 1e Afdeling Onderwijs had taken omtrent:

- De Landbouwhogeschool met de daaraan verbonden instituten: de landmetercursus te Wageningen, de Middelbare Landbouwschool te Groningen, de Middelbare Koloniale Landbouwschool te Deventer, de Rijkszuivelschool, de Rijksland –en tuinbouwwinterscholen met de daaraan verbonden school –en proeftuinen;

- de subsidies ten behoeve van bijzondere land –en tuinbouwscholen; de subsidies ten behoeve het onderwijs in landbouw, tuinbouw en bosbouw aan algemene wintercursussen, aan cursussen over bijzondere onderdelen van land –en tuinbouw aan volwassenen en oud-leerlingen, cursussen in hoefbeslag, paarden –en veekennis (rund, varken, geit, schaap), pluimveeteelt en bijenteelt, sorteren en verpakken van fruit en bloemschikken en –binden, cursussen voor zaakvoerders en melkcursussen;

- de cursussen tot opleiding voor de akten land –en tuinbouw L.O. en voor het getuigschrift van tuinbouwvakonderwijzers, de cursussen en toelagen tot verdere ontwikkeling van ambtenaren bij de dienst van en het onderwijs in land-, tuin- en bosbouw, van land –en tuinbouwonderwijzers en tuinbouwvakonderwijzers;

- de kosten van examens aan de Rijkszuivelschool en de landbouwscholen, de cursussen ter opleiding van onderwijzers in praktisch hoefbeslag, in pluimveeteelt en in bijenteelt, de subsidies aan bijzondere cursussen tot opleiding voor het afleggen van examens ter verkrijging van de akten van bekwaamheid tot het geven van lager onderwijs in landbouwkunde en tuinbouwkunde, de toelagen aan mensen die zich voor een betrekking bij de land-, tuin –en bosbouw voorbereiden;

- de Rijksbeurzen voor studerenden aan de Landbouwhogeschool en de Veeartsenijkundige Hogeschool, de Rijksbeurzen en toeslagen tegemoetkoming in de kosten van land –en tuinbouwonderwijs aan on- of minvermogende jongelieden van goeden aanleg;

- de subsidies aan verenigingen welke zich het verlenen van geldelijke steun aan on –of minvermogende jongelieden van goede aanleg die land –of tuinbouwonderwijsrichtingen wensen te bezoeken ten doel te stellen;

- de bewerking van de verslagen over het landbouwonderwijs.[2]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Directie van de Landbouw (BiZL) 1923 tot 1932
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
1e Afdeling Onderwijs (LNH) 1923
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Eerste Afdeling (EZ, EZA) 1932
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/f78ce7a1-fa7e-45c9-8404-faf651f037d7
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 384.

[2] Staatsalmanakken 1924, 1927 en 1930.