Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
1e Afdeling Politieke Zaken
Eerste Afdeling Politieke Zaken
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1876
Einddatum
1920
Geschiedenis

De Eerste Afdeling Politieke Zaken werd opgericht in 1876. De afdeling behandelde vooral kwesties omtrent de politieke betrekkingen met andere landen, de positie van Nederlanders in het buiten­land en van vreemdelingen in het binnenland. Het Kabinet viel vanaf 1876 formeel onder deze afdeling. Het Kabinet ondersteunde de 1e afdeling met de voorbereidende behandeling van traktaten, het diplomatieke ceremonieel en de politieke briefwisseling met de gezanten.[1]

De afdeling nam zorg voor de behartiging van de belangen van Nederlandse staatsburgers in het buitenland en van vreemdelingen in het binnenland. Over de rechten, status en bevoegdheden van wederzijdse staatsburgers waren met veel landen overeenkomsten gesloten. Daarin waren onder meer kwesties van nationaliteit en exterritorialiteit geregeld. In het laatste geval waren westerse onderdanen in vooral Aziatische en Noord-Afrikaanse landen onttrokken aan de plaatselijk rechtsinstellingen. Hun zaak kon behandeld worden door de Nederlandse consul in het desbetreffende land.[2]

Consulaire agenten waren tot ver in de negentiende eeuw meestal onbezoldigde handelslieden. Het consulaat was voor hen een nevenactiviteit was. Er waren drie consulaire rangen: consul-generaal, consul en vice-consul. De twee eerste categorieën werden bij Koninklijk Besluit benoemd. Al in januari 1814 werd een regeling inzake hun taken vastge­steld (gevolgd door diverse herzieningen). De consuls behartigde de belangen van Nederlandse staatsburgers door inklaring, aan- en afmonstering, het afgeven van zeebrieven, voorzieningen bij schipbreuk, etc. De consuls verrichten ook taken voor de andere afdelingen.[3]

Daarnaast was de afdeling politieke zaken verantwoordelijk voor de afgifte van paspoorten. Een groot aantal Nederlandse consulaire posten moesten register van de Burgerlijke Stand bijhouden van Nederlanders die in het buitenland verbleven, notariële akten op te stellen en hulp te verschaf­fen aan rechterlijke autoriteiten. Daarnaast moesten de nalaten­schappen van in het buitenland overleden Nederlanders afgehandeld worden. Ten slotte had Buitenlandse Zaken bemoeienis met aangelegenheden van internationaal publiek- en internationaal privaatrechtelijke aard en juridische kwesties. Deze zaken kwamen voort uit verdragen gesloten met vreemde mogendheden.[4]

Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleek de bezetting van de beleidsafdelingen Politieke Zaken en Consulaire- en Handelszaken onvoldoen­de om alle problemen het hoofd te bieden, zoals schendingen van de neutraliteit en de blokkade door de geallieerden. Daarom werd Buitenlandse Zaken na de oorlog gereorganiseerd. De 1e afdeling werd vanaf 1920 gesplitst in de Afdeling Diplomatieke Zaken en de Afdeling Juridische Zaken.[5]

 

Functies en activiteiten

De 1e Afdeling Politieke Zaken had taken omtrent:

- internationale aangelegenheden van publiek- en privaatrechtelijke aard;

- politieke betrekkingen met vreemde mogendheden;

- bepalingen en overeenkomsten betreffende de rechten, de staat en de bevoegdheid van Nederlanders in het buitenland en van vreemdelingen in het binnenland;

- behandeling van kwesties van nationaliteit en exterritorialiteit;

- behandeling van naturalisaties;

- paspoorten;

- onderhandelingen over en uitvoering van verdragen over de uitlevering van misdadigers, letterkundige eigendommen etc.;

- verdragen die betrekking hebben op de grenzen van het Rijk;

- behandeling van nalatenschappen van Nederlanders in het buitenland;

- dienstplicht bij de militie in Nederland en in het buitenland;

- onderstand en verplegingskosten, overneming van behoeftigen;

- inlichtingen omtrent personen;

- inlichtingen omtrent punten van wetgeving (Nederlandse en vreemde);

- uitvoering van de wet houdende regeling van de bevoegdheid van de consulaire ambtenaren tot het opmaken van burgerlijke akten en van de consulaire rechtsmacht.[6]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Buitenlandse Zaken 1876 tot 1920
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Afdeling Diplomatieke Zaken (BuZa) 1920
Afdeling Juridische Zaken (BuZa) 1920 Juridische taken zijn opgegaan / afgesplitst in de Afdeling Juridische Zaken.
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/0f6bc5ae-ee62-4007-9578-443a31fa67b0
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 199.

[2] Ibidem, 203.

[3] Ibidem, 203.

[4] Ibidem, 203-204.

[5] Ibidem, 199.

[6] Staatsalmanakken 1895 en 1918.