De afdeling had taken omtrent:
-de gehele oorlogsvoorbereiding van zowel personeel en materieel;
-het ontwerpen van plannen ter organisatie van de zeemacht (zowel op personeel als materieel gebied);
-het ontwerpen van de tactische en strategische eisen voor nieuwe te bouwen of aan te schaffen materieel;
-de algemene leiding bij de opleidingen;
-aangeven van de grote lijnen over hoe de oefeningen en manoeuvres moeten plaatsen en het toezicht daarop;
-het gebruik en de bewegingen van de vloot;
-de inlichtingendienst;
-het aangeven van de algemene regels over hoe de intendancedienst in tijden van oorlog georganiseerd moeten worden (met inachtneming van de instructie van de hoofdintendant van de zeemacht).[1]
In 1940 heeft de afdeling tevens de volgende taken:
-opleidingen, oefeningen en manoeuvres.
-strategische en tactische studies.
-het samenstellen en bijhouden van voorschriften omtrent gebruik en oefeningen (stafvoorschriften).[CL1]
-instructies voor marine autoriteiten;
-marine-kustwacht aangelegenheden;
-Volkenbondsaangelegenheden van militair-technische aard;
-verdragen met andere mogendheden, zendingen naar het buitenland en congressen;
-advies geven over het plaatsen van officieren in belangrijke functies;
-militair gezag, militaire bijstand, handhaving van de krijgstucht, zaken van straf –en tuchtrechtelijke aard en andere aangelegenheden met betrekking tot de krijgstucht (betreffende de militaire belangenverenigingen);
-intendancedienst van de zeemacht.[2]