De Afdeling Algemene Secretarie bestond uit drie onderafdelingen: het Kabinet van de Minister, Algemene Zaken en Secretarie en Expeditie. De taken van de afdeling waren over deze drie onderdelen verdeeld:
Kabinet van de Minister had taken omtrent:
- de ontvangst van ingekomen stukken en de verzending naar de afdelingen;
- zaken van geheime aard;
- bijhouden van het geheim archief.
Algemene Zaken had taken omtrent:
- zaken van algemene aard die niet bij de andere afdelingen hoorden;
- beheer van de bibliotheek;
- inschrijving en verzending van de stukken die onderworpen zijn aan het recht van het recht van zegel, leges en registratie (dit gold ook voor de betalingsstukken);
- invordering en verantwoording van leges;
- legalisaties;
- huishouding van het departement.
Secretarie en Expeditie had taken omtrent:
- overschrijving van uitgaande stukken;
- verzending van stukken voor zover de onderafdeling Algemene Zaken dat niet deed;
- zorg voor het drukwerk;
- magazijn van schrijf –en bureaubehoeften.[2]