Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1933
Einddatum
1940
Geschiedenis

De Afdeling Arbeid ressorteerde van 1933 tot 1940 onder het Ministerie van Sociale Zaken. De Veiligheidswet van 1895 werd in 1934 uitgebreid tot andere sectoren, zoals de land- en tuinbouw, de visserij en de scheepvaart. De wet beoogde alle arbeiders in fabrieken of werkplaatsen te beschermen tegen de gevaren van industriële arbeid. De wet werd gevolgd door specifieke verordeningen voor bepaalde bedrijfstakken en beroepsgroepen.

            Ter bevordering van goede arbeidsverhoudingen riep de Bedrijfsradenwet van 1933 bedrijfsraden met vertegenwoor­digers van werkgevers en werknemers in het leven. Pas als het bedrijfsgewijze overleg geen resultaat had, traden de rijksbemiddelaars op.[1] De overheid probeerde ook de arbeidsverhoudingen te bevorderen door regels te stellen aan het arbeidscontract (1907) en de collectieve arbeidsovereenkomst (1927), in 1937 gevolgd door een wet die regelde, dat bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten ook van toepassing konden worden verklaard op groepen werknemers die niet bij het afsluiten betrokken waren geweest.[2]

Functies en activiteiten

De taak van de afdeling Arbeid heeft gelegen in het voorbereiden van wettelijke

maatregelen welke betrekking hadden op:

- het tegengaan van overmatige arbeid;

- het tegengaan van gevaarlijke arbeid;

- het bemiddelen inzake arbeidsverhoudingen;

-  het beschermen van derden tegen gevaar, schade of hinder, veroorzaakt door arbeid;

- uitvoering van de Arbeiderswet, de Veiligheidswet, de Caissonwet (houdende bepalingen tot beveiliging bij het uitvoeren van bouwwerken onder grotere luchtdruk dan de atmosferische luchtdruk), de Steenhouwerswet, de Stuwadoorswet, de Phosphorluciferswet, de Huisarbeidswet (1933), de Stoomwet, de Hinderwet, de Arbeidsgeschillen wet (1923), de Bedrijfsradenwet (1933),  de wet op de Hoge Raad van Arbeid (1927), de wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidersovereenkomsten en de wet inzake de verdeling van de beschikbare arbeid;

- de personele en comptabele aangelegenheden van de ambtenaren, die werkzaam waren bij de Arbeidsinspectie, de Inspectie van de Havenarbeid, het Stoomwezen, het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater en de Hoge Raad van Arbeid;

- de bevordering van onderwijs in eerste hulp bij bedrijfsongevallen.[3]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Sociale Zaken 1933 tot 1940
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Afdeling Arbeid (EZA) 1933
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/9b9a2a91-f202-4059-b5a9-11e855bc22f0
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 432.

[2] Idem.

[3] J.M. Vernie, ‘Beschrijving van het archief. Archiefvorming. Geschiedenis van de archiefvormer. Taak’, Inventaris van het archief van het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid: Afdeling Arbeid en Fabriekswezen; Ministerie van Sociale Zaken en Taakvoorgangers: Afdeling Arbeid, 1893-1941 (1947) 2.15.31 (Nationaal Archief 1990) en Staatsalmanakken 1934 en 1939.