De taken van de Afdeling Buitenland waren onderverdeeld in de volgende bureaus.
Bureau Algemene Economische Politiek
Taken omtrent de secretariaat van de directie. Verzamelen van gegevens omtrent de economische toestand in binnen –en buitenland en het medewerken aan maatregelen van algemene economische politiek. Zo ook het onderhouden van contact met het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Centrale Commissie voor de Statistiek, de Economische Raad en zijn vaste commissies.
2. Bureau Middenstand
Middenstandszorg en middenstandsvoorlichting. Overleg met Colleges van Advies en vertegenwoordigers van de middenstand.
3. Bureau Juridische en Administratieve Zaken
Administratieve aangelegenheden betreffende openbare instellingen onder Handel en Nijverheid, aangelegenheden van juridische aard (voorbereiding van wettelijke maatregelen) en inlichtingen omtrent punten van wetgeving.
4. Bureau Nijverheid
Behartiging van de Nederlandse industrie betreffende:
- het Centraal Economisch Technologisch Bureau;
- contact met Werkfonds, Economisch Technologische Instituten, Nijverheidsconsulenten, Voorlichtingsdiensten en proefstations, Nijverheidsorganisatie Toegepast natuurwetenschappelijk Onderzoek, Nederlands Instituut voor Documentatie en Registratuur, Commissie van Toezicht op Industrie-financieringsinstituten, Generale Commissie Zuiderzeesteunwet;
- tarieven;
- ordening o.a. Wet tot verbindend en onverbindend verklaren van ondernemersovereenkomsten alsmede Trust –en Kartelwezen;
- contingentering. Contact met Commissie van Advies voor de Crisis-invoerwet, Crisis Invoer Bureau;
- subsidiëring. Contact met Rijkscommissie Werkverruiming;
- landbouwzaken voor zover verband houdende met Industrie;
- documentatie.
5. Bureau Scheepvaart
Behandeling van de zaken betreffende de zee-, Rijn-, en binnenvaart.[1]