De Afdeling Nijverheid had taken omtrent:
- behartiging van de belangen van de Nederlandse nijverheid;
- uitvoering van de Crisis-Invoerwet;
- contact met de Commissie van Advies voor de Crisis-Invoerwet en het Crisis-Invoerbureau;
- uitvoering van de Wet tot verbindend en onverbindend verklaren van ondernemersovereenkomsten;
- behandeling van trust –en kartelvraagstukken en de documentatie daaromtrent;
- behandeling van aangelegenheden die verband houden met de vestiging van buitenlandse zakenlieden en arbeidskrachten;
- behandeling van zaken op het gebied van het Tarief van Invoerrechten, voor zover liggende op het terrein van het Ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart;
- onderzoek en behandeling van de gevolgen voor de handel en industrie van maatregelen voortvloeiende uit de Landbouwcrisiswet;
- bevordering van het gebruik van Nederlands fabricaat;
- certificaten van oorsprong;
- behandeling van vraagstukken inzake de economische verdedigingsvoorbereiding;
- behandeling van alle aangelegenheden verband houdende met de Economisch-Technologische Instituten;
- Centrale instantie voor de Regionale Economisch-Technologische Instituten;
- technisch-economische adviezen aan de Maatschappij voor Industrie-financiering ten aanzien van de industriële projecten;
- industrieregister;
- centrale documentatie van industrieterreinen in Nederland;
- samenwerking met de Rijkscommissie voor Werkverruiming en beoordeling van subsidie-aangelegenheden;
- overleg met Contactcommissarissen voor de industrie;
- nijverheidsvoorlichting;
- contact en overleg met nijverheidsconsulenten, proefstations, toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek, Nederlands Instituut voor Efficiency, Nederlands Instituut voor Documentatie en Registratuur, Centraal Bureau voor de Statistiek, Hoofdcommissie voor de Normalisatie, Zuiderzeesteunwet, Vereniging Nederland Fabricaat en andere instanties die zich begeven op het terrein van het Nederlandse bedrijfsleven.[1]