In 1937 waren de taken van de Afdeling Nijverheid verdeeld over acht bureaus:

1. Bureau Algemene Zaken

- industriële vraagstukken van algemene aard. Vanaf 1938 kwam hier tevens de coördinatie bij;

- werkzaamheden in verband met de samenstelling van industriële wetten. In 1938 worden de industriële wetten vervangen door wetten op het gebied van nijverheid;

- bevordering van het gebruik van Nederlands fabricaat;

- certificaten van oorsprong;

- centrale documentatie en administratie van de afdeling Nijverheid;

- industrie –en adressenregister;

- onderhouden van contact met de Economische Raad en Nijverheidsraad, voor zover betreft de Nederlandse industrie, met de Commissie van advies voor de Crisis-Invoerwet (tot 1938), het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Kamers van Koophandel en Fabrieken, Crisis Uitvoer Bureau, Clearinginstituut, Vereniging Nederlands Fabricaat, etc.

- documentatie-sectie;

- onderhouden van contact met de betrokken diensten van het Ministerie van Sociale Zaken betreffende kwesties van werkverruiming (vanaf 1938).

 

Vanaf 1939 worden de taken van Bureau Algemene Zaken anders samengesteld:

- industriële vraagstukken van algemene aard. Coördinatie van de behandeling van Industriële vraagstukken van speciale aard.

- werkzaamheden in verband met het samenstellen van wetten: Koninklijke Besluiten, Ministeriële Beschikken op grond van de economische Defensiewetten.

- redactie van parlementaire en andere stukken over industriële onderwerpen;

- onderzoek van de industriële conjunctuur;

- behandeling van de aangelegenheden betreffende certificaten van oorsprong en andere verklaringen ten behoeven van handel en industrie;

- behandeling van statistische kwesties op het gebied van de industrie;

- onderzoek van de industriële aspecten van de arbeidsmarkt en van de werkloosheid;

- beoordeling van de subsidie-aangelegenheden;

- centrale administratie en documentatie van de afdeling Nijverheid;

- behandeling van alle onderwerpen die niet bij een van de andere bureaus van nijverheid thuishoren;

- onderhouden van contact met centraal bureau voor statistiek, Kamers van Koophandel en Fabrieken, Vereniging Nederlands Fabrikaat, Rijksdienst ter uitvoering van de Zuiderzeesteunwet, Rijksverkeerinspectie, Prijzencommissie, Contactcommissie, voor de arbeidsmarkt, Nederlands Instituut voor Documentatie en Registratuur, Nederlands Instituut voor Efficiency, Nijverheidsraad en Rijkscommissie voor Werkverruiming.

 

2. Bureau Ordening (vanaf 1939 wordt dit Bureau samengevoegd met Bureau Tarief tot het ‘Bureau Ordening en Tarief’)

- uitvoering van de wet tot verbindend en onverbindend verklaren van ondernemersovereenkomsten;

- behandeling van trust –en kartelvraagstukken, documentatie daarover;

- uitvoering van de wet op de mechanisatie in de sigarenindustrie;

Uitvoering van de wet tot beperking van de vestiging en van de uitbreiding van bedrijven waar enige tak van nijverheid wordt uitgeoefend (z.g. bedrijfsvergunningenwet) (vanaf 1938);

- uitvoering van de wet op het zelfstandig uitoefenen van beroepen en bedrijven door vreemdelingen;

- behandeling van de aangelegenheden verband houdende met de vestiging van buitenlandse zakenlieden en arbeidskrachten;

- onderhouden van contact over ordeningskwesties met de Economische Raad, de Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie. En over vreemdelingenkwesties met de Rijksdienst van de Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling.

 

3. Bureau Tarief (vanaf 1939 wordt dit Bureau samengevoegd met Bureau Ordening tot het ‘Bureau Ordening en Tarief’)

- behandeling van zaken op het gebied van Tarief van Invoerrechten die met het Ministerie van Economische Zaken te maken hebben;

- contact over tariefkwesties met de Economische Raad en de afdeling Invoerrechten en Accijnzen van het Ministerie van Financiën.

 

4. Bureau Centraal-Economisch-Technologisch Instituut (naam in 1937), Bureau Industrialisatie en Technische voorlichting (naam vanaf 1938).

- het geven van leiding aan het regionale economisch-technologisch exploratiewerk; het geven van adviezen aan de Maatschappij voor Industriefinanciering ten aanzien van industriële projecten;

- centrale documentatie van industrieterreinen in Nederland;

- nijverheidsvoorlichting. (De vorengenoemde werkzaamheden vinden behandeling in de Stichting Centraal Instituut voor Industrialisatie).

- contact en overleg met Nijverheidsconsulenten, proefstations, Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek, Nederlands Instituut voor Efficiency (tot 1939), Nederlands Instituut voor Documentatie en Registratuur (tot 1937), Octrooiraad e.a.

 

5. Bureau Landbouw-Industrieën

- onderzoek en behandeling van de gevolgen voor de handel en industrie van maatregelen, voortvloeiende uit de Landbouwcrisiswet;

- contact met het College van Regeringscommissarissen;

- contact met de landbouw-crisisinstellingen (vanaf 1938).

Dit bureau vervalt in 1939.

 

6. Bureau Contingenteringen

- uitvoering van de Crisis-Invoerwet en behandeling van alle daarmede verband houdende vraagstukken;

- contact met het Crisis Invoer Bureau;

- de Commissie van advies voor de Crisis-Invoerwet, beroepscommissies en commissies van bijstand voor de uitvoering van bepaalde contingenteringsmaatregelen (vanaf 1938);

- onder dit bureau vallen de metaalsectie, de textielsectie en chemische sectie.

Dit bureau vervalt in 1939.

 

7. Bureau Economische Verdedigingsvoorbereiding (naam in 1937-1938), Bureau Economische Verdediging (vanaf 1939)

- behandeling van de industriële vraagstukken, verband houdende met de voorbereiding van de economische verdediging (tot 1938);

- contact met de Generale Staf en met de Commissie voor de Economische Verdedigingsvoorbereiding (tot 1938).

- behandeling van vraagstukken die tot het terrein van de Directie van Handel en Nijverheid behoren en die in verband staan met de voorbereiding van de economische verdediging (vanaf 1938);

- contact met de Generale Staf en met het Regeringscommissariaat van Defensie voor de Industriële Verdedigingsvoorbereiding (vanaf 1938 tot 1939).

 

8. Bureau Subsidiëring

- beoordeling van subsidie-aangelegenheden;

- contact met de Rijkscommissie Werkverruiming.

Dit bureau vervalt in 1938.

 

Vanaf 1939 krijgt de Afdeling Nijverheid vier nieuwe bureaus ter vervanging van de Bureaus Landbouw-Industriën en Contingenteringen

9. Bureau Invoeraangelegenheden

- Behandeling van verschillende vraagstukken over de invoer;

- contact met de Algemene Invoer Centrale (Anic), het Rijksbureau Zeescheepvaart, de Rijksbureaus voor de Nijverheid (industriële grondstoffenvoorziening), Commissie voor aangehouden ladingen (z.g. Commissie Crone), Crisis Invoer Bureau, Commissie van Advies Crisisinvoetwet, de Beroepscommissie inzake de consentverlening, Beroepscommissie en Commissies van Bijstand voor de uitvoering van bepaalde contingenteringsmaatregelen, Centraal Bureau voor de Statistiek.

 

10. Bureau Uitvoeraangelegenheden

Behartiging van vraagstukken voornamelijk over de industriële uitvoer. Het onderhouden van het contact hierover met het Crisis Uitvoer Bureau, het Ministerie van Financiën, met Ministerie van Defensie, het Rijksbureau voor Zeescheepvaart en de Rijksbureaus voor de Nijverheid.

 

11. Coördinatie Rijksbureau voor de Nijverheid

Het coördineren van de werkzaamheden van de Rijksbureaus voor de Nijverheid. Het onderhouden van het contact tussen deze bureaus onderling en dat van deze bureaus met de verschillende instanties van het Ministerie van Economische Zaken en andere overheidsinstanties.

 

12. Bureau Prijsopdrijving

Behandeling van alle vraagstukken betreffende prijsverhoging in het geval van prijsopdrijving bij de import, groothandel en industrie.[1]