De Afdeling Centrale Directie had taken verdeeld over twee bureaus:
Bureau Personeel en Administratie:
- behandeling van stukken omtrent benoeming, bevordering, verplaatsing, ontslag, etc.
- uitvoering Bezoldigingsbesluit en Ambtenarenbesluit Belastingdienst; handleidingen; Dienst van de Waarborg;
- begroting voor zover de belastingdienst betreft;
- correspondentie met de vakbonden; zaken betreffende het georganiseerd overleg;
- inhoudingen en cessies van bezoldiging;
- examens; rijkscursussen; onderscheidingen; bestraffingen; klachten over ambtenaren;
- gratificatiën, vergoedingen, schadeloosstellingen en kredieten;
- scheepsmetingen;
- verificatie van pensioenaanvragen;
- buitengewone commissies; onbezoldigde rijksveld en kanaalwachters; vrijkaarten en toegangskaarten voor de spoorwegen;
- weggeld; schoolgelden;
- vreemdelingentoezicht; woninghuur;
- invordering en teruggave van gelden die geen betrekking hebben op belasting, boeten en gerechtskosten in strafzaken.
Bureau Organisatie
- de organisatie van de onder het Hoofdbestuur van de Belastingen ressorterende diensten;
- inrichten van gebouwen voor zover die niet hoorden bij de Rijksgebouwen;
- exploitatie van schepen voor de ambulante recherche te water;
- behandeling van verslagen van grondige naziening van de registratiekantoren;
- vervaardigen van drukwerk, andere materialen en verstrekking daarvan aan de ambtenaren.[2]