Het Generaal Secretariaat, waarin ook het Kabinet was ondergebracht, fungeerde als overkoepe­lende afdeling voor het Ministerie van Financiën. De afdeling was het belangrijkste beleidsbepalende orgaan van het ministerie tot circa 1895.[1] Specifieke uitvoerende taken, werden daarna geleidelijk aan de beleidsafdelingen overgedragen. Voorbeelden hiervan zijn de redactionele werkzaamheden ten behoeve van de correspondentie met de Hoge Colleges van Staat, het munt- en bankwezen, de nationale schuld (per 1897) en het beheer van de weeskamerstichtingen (per 1904).[2]