Algemene Secretarie:

- overschrijven en verzenden van de niet-geheime uitgaande stukken;

- heffing en verantwoording op de zegel –en legesgelden;

- legalisaties;

- verzameling van bij het departement bijgehouden dagbladen.

b. Agenda en Archief:

- ontvangst van de inkomende stukken;

- agenda van de inkomende en aantekening van de inkomende en uitgaande stukken (uitgezonderd de geheime en kabinetsstukken) en van de niet-geheime Oost-Indische besluiten;

- algemeen archief van het ministerie van 1830 af (de stukken van 1814 tot 1829 zijn overgebracht naar het Rijksarchief);

- bewaring en beheer van het oudste gedeelte (1830-1879) van de geheime en kabinetsarchief.[1]