Het bedrijfschap had taken omtrent het voor de ondernemingen, waarin het bedrijf van het winnen van steenkolen werd uitgeoefend, en tevens die, waarin cokes en/of chemische produkten uit steenkolen werden vervaardigd of een ander met de steenkolenwinning verband houdend bedrijf werd uitgeoefend, althans voor zover laatstbedoelde ondernemingen werden geëxploiteerd door een natuurlijke of rechtspersoon - of door een dochter- ot neveninstelling van deze - welke tevens een onderneming dreef, waarin het bedrijf van het winnen van steenkolen werd uitgeoefend.[1]