De hoofdafdeling had taken omtrent:
-Het bestuderen van en adviseren omtrent het sociaal-economisch beleid en de repercussies daarvan op het welzijnsbeleid;
-Behandeling van desbetreffende parlementaire- en Ministerraad-aangelegenheden;
-Het bestuderen van en adviseren omtrent de sociaal-economische aspecten van het welzijnsbeleid waaronder begrepen financieringsvraagstukken;
-Het medewerken aan en coördineren van de raming van de structurele ontwikkeling van de uitgaven en het opstellen van lange termjjnplannen voorzover voor dit departement van belang;
-Het medewerken aan en coördineren van de werkzaamheden op het terrein van de ontwikkeling en uitvoering van de beleidsanalyse;
-Het verrichten van economisch-statistische analyses;
- Het (doen) inachtnemen van de bepalingen van de Comptabiliteitswet 1927 en van de Regeling Comptabiliteit 1959;
-Het verrichten van uitgaven en het doen van ontvangst, het beheer van de desbetreffende postrekeningen;
-Het inrichten, bijhouden en controleren van de boekhoudingen van ontvangsten en uitgaven (departement en comptabele);
-Het maken van overzichten en analyses;
-Het zorgen voor de tijdige afwikkeling van vorderingen en schulden;
-Het opstellen van de Rijksrekening van uitgaven m.b.t. het departement;
-Het verzamelen en bewerken van informatie en het verstrekken daarvan t.b.v. de Departementsleiding en de beleidssectoren, de (comptabele) uitvoering van diverse regelingen, o.a. het reisbesluit en het verenigd plaatsingskostenbesluit.[1]