De directie had taken omtrent:
-Voorlichting en onderzoek op het gebied van de akker- en de weidebouw, met inbegrip van het bedrijfseconomisch aspect en de produktie-omstandigheden en met inachtneming van het bedrijf als geheel;
-Behandeling van aangelegenheden betreffende streekverbeteringen, het kleine-boerenbedrijf, het Borgstellingsfonds voor de Landbouw, voorzover het aanvragen om borgstellingen van landbouwbedrijven en loonwerkers in de landbouw betrof.
-Bemoeiingen met keurings- en kwekersaangelegenheden;
-Bevordering van onderzoek op het gebied van de akker- en de weidebouw en bemoeiingen met instellingen van onderzoek en proefstations, die op dat gebied werkzaam waren.[1]