Bij oprichting bestond bestond de Directie A&O organisatorisch gezien uit een directeur, een bureau bedrijfsvoering, twee afdelingen raming & analyse I en II, een afdeling Informatie & Statistiek en een afdeling Onderzoek.
Deze afdelingen hadden de volgende taken:
- het ontwikkelen van beleid met betrekking tot het verlenen van ondersteuning bij de beleidsinformatievoorziening (data) door middel van het inventariseren van de informatiebehoefte en het toegankelijk maken van beleidsinformatie;
- het ontwikkelen van beleid met betrekking tot en het verlenen van ondersteuning bij de beleidsinformatievoorziening via onderzoek door middel van het inventariseren van de onderzoeksbehoeften en het coördineren, programmeren, (doen) uitvoeren en begeleiden van beleid onderbouwend en -evaluerend onderzoek, alsmede het inventariseren en toegankelijk maken van dergelijk onderzoek;
- het zorgdragen voor het ontwikkelen, onderhouden en toepassen van indicatoren;
- het verzorgen van kwantitatieve analyses en het doorrekenen van de effecten van beleidsvoornemens;
- het zorgdragen voor het ontwikkelen, onderhouden en toepassen van (integrale) ramingsmodellen en (integrale) kaders voor kwantitatieve beleidsanalyses.
Als specifieke bevoegdheden kreeg de directeur A&O:
- het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op overeenkomsten met betrekking tot onderzoek en beleidsinformatievoorziening ten behoeve van de Directie A&O en andere directies van het ministerie. De onderzoekingen betreffen het gehele taakgebied van het ministerie, zoals arbeidsmarkt, bijstandszaken (sociale voorzieningen), sociale verzekeringen, arbeidsomstandigheden, arbeidsverhoudingen, emancipatie en millenniumproblematiek.
Bij de herinrichting van het ministerie in 1994 was er voor gekozen alle onderzoeksopdrachten bij de directeur Analyse en Onderzoek neer te leggen. Dit bleek in de praktijk niet wenselijk. Vandaar dat in 1997 een scheiding werd aangebracht tussen:
- onderzoek en het inhuren van externen voor de directe uitvoering van het beleid gekoppeld aan de taak van de verschillende directies,
- en directie overstijgend onderzoek dat geheel SZW aangaat, en waarvoor de centrale taak van de Directie A&O noodzakelijk is.
In 1999-2000 werden de taken van de Directie A&O geherformuleerd en was deze als volgt ingericht:
- Afdelingen Raming en Analyse I en II
• het verzorgen van kwantitatieve analyses en het doorrekenen van de effecten van beleidsvoornemens;
• het zorgdragen voor het ontwikkelen, onderhouden en toepassen van indicatoren en daarover adviseren.
- Afdeling Beleidsinformatie en Statistiek
• het ontwikkelen van beleid met betrekking tot het verlenen van ondersteuning bij de beleidsinformatievoorziening (data) door middel van het inventariseren van de informatiebehoefte, zo nodig beschikbaar maken van informatiebestanden en het toegankelijk maken van beleidsinformatie;
• het zorgdragen voor het ontwikkelen, onderhouden en toepassen van (integrale) ramingsmodellen en (integrale) kaders voor kwantitatieve beleidsanalyses.
- Afdeling Onderzoek
• het ontwikkelen van beleid met betrekking tot en het verlenen van ondersteuning bij de beleidsinformatievoorziening via extern onderzoek door middel van het inventariseren van de onderzoeksbehoeften en het coördineren, programmeren, (doen) uitvoeren en begeleiden van beleid onderbouwend en -evaluerend onderzoek, alsmede het inventariseren en toegankelijk maken van dergelijk onderzoek en daarover adviseren. - Projectbureau Gegevensverkeer
• de coördinatie van projecten gegevensverkeer en informatie- en communicatietechnologie- (ICT-)-ontwikkeling in de kolommen sociale zekerheid en arbeidsbemiddeling, voor zover behorend tot de verantwoordelijkheden van de Directie A&O;
• regiefunctie SZW op het terrein gegevensverkeer en ICT in de kolommen sociale zekerheid en arbeidsbemiddeling, voor zover behorend tot de verantwoordelijkheden van de Directie A&O.
- Bureau Bedrijfsvoering
• het hoofd van het Bureau Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor alle PIOFAH-taken binnen de directie.