Identiteit
Andere namen
DEU
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1951
Einddatum
2001
Functies en activiteiten

De directie behandelde alle aangelegenheden van buitenlandse politiek in de ruimste zin van het woord, dus alle zaken waaraan een beleidsaspect was verbonden, ongeacht of het zuiver politieke dan wel economische, sociale of verkeersvraagstukken gold, voor zover zij betrekking hadden op de bij ieder bureau vermelde landen of regionale organisaties.[1]

 

 

Structuur

De directie was ingesteld bij de reorganisatie van 1950 en was nadien niet van naam veranderd, noch opgeheven. De taakomschrijving was gedurende de gehele periode 1950-2001 in algemene zin ongewijzigd gebleven.

In 2001 kreeg het DGES een themadirectie in de vorm van de Directie West- en Midden-Europa (DWM). Het betrof een splitsing van de regiodirectie Europa (DEU), die onder het DGRC in afgeslankte vorm doorging als directie Zuidoost- en Oost-Europa (DZO). Met de reorganisatie wilde BZ binnen en buiten het ministerie duidelijk maken dat de relaties binnen de Europese Unie van een heel ander karakter waren dan de relaties met andere landen binnen en buiten Europa.

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Directoraat-Generaal Regiobeleid (BZ) 1996 tot 2001
Directoraat-Generaal Politieke Zaken (BuZa) 1951 tot 1996
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Directie West- en Midden-Europa (BZ) 2001
Directie Zuidoost-en Oost-Europa en Uitvoering MATRA-programma (BZ) 2001
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Doc-Direkt
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/b27e318b-8ff1-4144-ab40-e300060731c2
Bronnen

[1] Staatsalmanak 1970