Nederland kent een horizontaal model voor de EU-coördinatie: de individuele vakdepartementen zijn eindverantwoordelijk voor het bepalen van de Nederlandse inzet in de Europese Unie (bij de Commissie,Raad en het Europees Parlement). Voorafgaand aan de Ministerraad wordt de Nederlandse inzet ambtelijk voorbereid (via de gremia BNC, PV-instructieoverleg en CoCo). Het ministerie van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijkheid voor de coördinatie van het buitenlandbeleid en is in die hoedanigheid procesbegeleider en –bewaker. Directie Europa van EZ is eindverantwoordelijk voor kwalitatief goede (integrale) en tijdige coördinatie van de EZ-inbreng in Den Haag en Brussel.
2006:
De directie heeft tot taak:
a. het ontwikkelen van een herkenbaar en coherent beleid van het ministerie ten aanzien van de Europese Unie, vooral wat betreft de economische dimensie;
b. het onderhouden van een Europees netwerk;
c. het bevorderen van het functioneren van de Europese interne markt, mede gericht op economische en structurele hervorming van de Europese Unie;
d. het behartigen van de belangen van het Nederlands bedrijfsleven, onder meer door behandeling van klachten van bedrijven over concrete handelsbelemmeringen in Europa;
e. het formuleren van een visie op de uitbreiding van de Europese Unie met inachtneming van vooral de economische belangen;
f. het zorgdragen voor een samenhangend, sterk en innovatief economisch Europabeleid.