De directie had taken omtrent:
-internationale zaken op handels-, landbouw-, financieel of algemeen economisch gebied, welke de betrekkingen met vreemde landen betroffen;
-internationale aangelegenheden betreffende herstelwetgeving, restitutie, recuperatie, vijandelijk vermogen, nationalisatie, industriƫle eigendom, opium, petroleum, enz.;
-contact met de diplomatieke zendingen en consulaire posten betreffende economische
Aangelegenheden;
-economische vraagstukken welke door de Verenigde Naties en andere Internationale organisaties behandeld werden;
-bewerking van rapporten en berichten op economisch gebied in samenhang met het algemeen politiek beleid.[1]