De Commissie heeft een voorzitter en ten hoogste elf overige leden. De voorzitter en de overige leden worden door de commissie gehoord,
door de Minister benoemd. De benoeming geschiedt voor een periode van ten hoogste drie jaren. Herbenoeming kan eenmaal en voor ten
hoogste drie jaren aansluitend plaatsvinden.
De leden van de Commissie worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor een goede vervulling van de taken van de commissie. Van de Commissie maken in ieder geval deel uit deskundigen op het gebied van gedragswetenschappen en deskundigen op het gebied van de uitvoeringspraktijk.
De Commissie heeft een secretaris. De secretaris is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de Commissie. Aan de secretaris kunnen andere medewerkers worden toegevoegd. De secretaris en de andere medewerkers zijn geen lid van de Commissie.
De Minister benoemt, bevordert, schorst en ontslaat, na overleg met de voorzitter van de Commissie, de secretaris, en, na overleg met de secretaris, de andere medewerkers. De Minister draagt, na overleg met de Commissie, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de Commissie. De commissie zal worden ondersteund door een Bureau Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Het hoofd van het Bureau treedt op als secretaris van de Erkenningscommissie en is in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de algehele coördinatie van de indiening en behandeling van de aanvragen voor erkenning en de rapportages die daaruit voortvloeien.
De commissies kan zich laten bijstaan door personen van wie de deskundige inbreng van belang kan zijn in verband met de zorgvuldige voorbereiding en totstandkoming van de beoordeling van gedragsinterventies.
De commissie stelt een reglement vast dat door de Minister dient te worden goedgekeurd.
De commissie is onafhankelijk. De leden worden op grond van hun wetenschappelijke kennis en/of kennis van de uitvoeringspraktijk op persoonlijke titel benoemd. De positief beoordeelde gedragsinterventies worden gepubliceerd in de jaarverslagen van de Erkenningscommissie. Daarnaast publiceert de commissie tussentijdse rapportages op een website.
De commissie zal voorts de Minister kunnen adviseren over de uitvoerings- en toepassingsaspecten van de criteria.