Krachtens de Beginselenwet gevangeniswezen (Stb. 1951, 596) en de nieuwe Gevangenismaatregel (Stb. 1953, 238) kwam een gemengd stelsel van cellulaire en gemeenschappelijke opsluiting tot stand. De Beginselenwet gevangeniswezen (Stb. 1951, 596) maakte onderscheid tussen Huizen van Bewaring, Gevangenissen, Rijkswerkinrichtingen, Rijksasielen voor psychopaten.
Op 1 september 1988 trad de zogenaamde Wet herziening TBR (Stb. 1986, 587) in werking. Men sprak voortaan niet meer van ‘TBS van de regering’ (TBR) maar van terbeschikkingstelling (TBS). Andere terminologische wijzigingen zijn het verdwijnen van de termen psychopatenzorg en krankzinnigengesticht.
Sinds 1 januari 1995 is de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een agentschap van het ministerie van Justitie. De DJI is organisatorisch ondergebracht bij het Directoraat-generaal Preventie, Jeugd enSancties. De dienst draagt zorg voor de tenuitvoerlegging van de vrijheidsbenemende maatregelen en straffen. Het leidend principe achter deze verzelfstandiging was de scheiding van beleid en uitvoering door middel van het concept ‘sturen op afstand’. Jaarlijks worden met de DJI afspraken gemaakt over de te leveren prestaties en de bijbehorende vergoeding. Voor het agentschap DJI bleef de minister van (Veiligheid &) Justitie de integrale politieke verantwoordelijkheid dragen.
Anno 2012 bestaat de sector Gevangeniswezen uit 29 vestigingen (penitentiaire inrichtingen) bestaande uit 55 locaties in het land. Het is daarmee de grootste sector van DJI. Het Gevangeniswezen is verdeeld in 3 regio's en sluit hiermee zoveel mogelijk aan op de werkgebieden van de ketenpartners. Daarnaast zijn diverse instellingen onder DJI (Directie Forensische Zorg) actief m.b.t. de tenuitvoerlegging van TBS/Forensische Zorg.