Overzicht relaties

Nederlandse Financierings Maatschappij voor Ontwikkelingslan...

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden
Andere namen
FMO
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1970
Geschiedenis

De FMO is opgericht bij notariële akte van 8 juli 1970 door de ministers van Financiën en van Ontwikkelingssamenwerrking, samen met een aantal Nederlandse bedrijven en natuurlijke personen. Beide ministers waren gemachtigd tot deze oprichting bij de Wet FMO 1970.

Functies en activiteiten

Leveren van een bijdrage aan de ontplooiing van het bedrijfsleven in ontwikkelingslanden in het belang van de economische en sociale vooruitgang van deze landen, zulks in overeenstemming met de bedoeling van de overheden van de betreffende landen en met het desbetreffende regeringsbeleid ten aanzien van de ontwikkelingssamenwerking (artikel 2 Wet FMO).

De FMO tracht haar doel te bereiken door:

1. het verlenen van financieringshulp aan dan wel ten behoeve van natuurlijke of rechtspersonen, die in een ontwikkelingsland een bedrijf of beroep uitoefenen of gaan uitoefenen, zulks ondermeer door het deelnemen in het kapitaal, het verstrekken van leningen en het verlenen van subsidies;

2. het op eigen naam, maar voor rekening en risico van de Staat, deelnemen in het kapitaal van, respectievelijk het verstrekken van leningen aan ontwikkelingsbanken;

3. het op eigen naam, maar voor rekening en risico van de Staat, deelnemen in het kapitaal van, respectievelijk van leningen aan instellingen met een doel gelijk of aanverwant aan dat van de FMO, anders dan bedoeld onder 2.;

4. het op eigen naam, maar voor rekening en risico van de Staat of andere derden, beheren en administreren van rechten en verplichtingen, voortvloeiend uit: a. reeds door de Staat met Nederlandse ondernemingen gesloten overeenkomsten tot verlening van financieringshulp en b. het bezit van aandelen van de Nederlandse Overzeese Financierings-Maatschappij N.V.;

5. het ten behoeve van de onder 1. bedoelde natuurlijke of rechtspersonen verlenen van bemiddeling bij het aantrekken van geldmiddelen op internationaal en nationaal niveau;

6. het verlenen van technische hulp voor de activiteiten genoemd onder 1., 2. en 3.;

7. het bevorderen van een meer gelijkwaardige positie van de ontwikkelingslanden in de internationale arbeidsverdeling in samenhang met herstructureringsprojecten hier te lande;

8. het stimuleren van economische activiteiten in ontwikkelingslanden ten behoeve van de werkgelegenheid voor vanuit NEderland naar hun vaderland terugkerende buitenlandse werknemers;

9. alles wat met het voorgaande in de ruimste zin verband houdt.

Mandaten/Gezagsbronnen

Wet Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (Stb. 1970; 237)

Wet Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden 1977 (Stb. 1977; 296)

Statuten van de FMO

 

Structuur

Er is een algemene vergadering van aandeelhouders (a.v.a.), een Raad van Commissarissen (RvC)  en een directie.

De RvC bestaat uit 14 leden, waaronder de voorzitter. De voorzitter wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de minister van Financiën en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, na overleg met de RvC. Van de overige commissarissen worden er vijf benoemd, geschorst en ontslagen door de a.v.a. uit een bindende voordracht door de houder van aandelen A (slechts de Staat kan eigenaar zijn van aandelen A), vier uit een bindende voordracht van aandeelhouders B, één uit een bindende voordracht door het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad (SER), één wordt benoemd door de Raad van Nederlandse Werkgeversverbonden, één door de vakcentrales en één door de Nationale Investeringsbank N.V.

De directie bestaat uit één of meerdere directeuren. Ook een rechtspersoon kan directeur zijn. Een directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders.

RvC en directie kunnen gezamenlijk reglementen opstellen waarvoor zij dat van belang achten. Dergelijke reglementen moeten de goedkeuring van de Staat krijgen.

Het verlenen van financieringshulp als bedoeld onder Functies en activiteiten onder 1, 7, 8 en 9, het overdragen van financieringen en het opnemen van geldmiddelen kan alleen na goedkeuring door een projectencommissie. De voorzitter van de RvC is lid en voorzitter van een projectencommissie, de plv. voorzitter van de RvC is plv. lid en plv. voorzitter van een projectencommissie. Een projectencommissie bestaat verder uit: a. een lid en plv. lid benoemd door de minister van Financiën, b. een lid en plv. lid benoemd door de minister van Ontwikkelingssamenwerking, c. een lid en plv. lid benoemd door de minister van Economische Zaken, d. een lid en plv. lid benoemd door de minister van Landbouw en Visserij, vier leden en plv. leden benoemd door de aandeelhouders B., twee leden met specifieke deskundigheid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking maar zonder stemrecht, benoemd door de minister van Ontwikkelingssamenwerking.

De begroting van de FMO dient ieder jaar te goedkeuring te worden voorgelegd aan de minister van Financiën. De voorwaarden van alle door de FMO op de kapitaalmarkt op te nemen leningen moeten voorafgaande goedkeuring hebben van de minister van Financiën.

Relaties
Associatieve relaties
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Financiën 1970 De minister van Financiën is mede-oprichter, benoemd leden van de RvC en houdt toezicht
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Doc-Direkt
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/11e7b222-1b14-4584-a3bd-554832171e57
Bronnen

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid: Organen en rechtspersonen rondom de centrale overheid. Deel I: Overzicht van organen met centraal gezag. 's-Gravenhage 1983. ISBN 9012043107