De aanleg van het Noordzeekanaal in 1876 leidde tot het spontane ontstaan van een nieuwe vissershaven te IJmuiden. De aandacht van de overheid werd getrokken toen toenemende aantallen vissersschepen de toegang tot het Noordzeekanaal dreigden te verstoppen en de geregelde doorvaart van en naar Amsterdam in gevaar brachten. Om het kanaal te ontlasten werd daarom te IJmuiden, van overheidswege en als werk van openbaar nut, in 1896 een vissershaven met afslag aangelegd, die aanvankelijk geheel ten dienste stond van de particuliere vishandel. Onregelmatigheden op deze particuliere visafslag, waar de afslagers misbruik maakten van de geringe financiƫle draagdracht en het gebrekkige marktinzicht van de vissers, leidden na 1896 tot voortgaande overheidsbemoeienis, totdat in 1899 werd bepaald, dat de verkoop van vis in het vervolg nog uitsluitend publiek in de vishal mocht plaatsvinden en alleen door daartoe van rijkswege aangestelde beambten. Aldus ging de Rijksvisafslag te IJmuiden per 1 juli 1899 van start. De Rijksvisafslag stond later ook onder de naam Vissershavenbedrijf bekend. Pas in 1931 raakte de naam Staatsvissershavenbedrijf in zwang. Het bedrijf bleef als overheidsbedrijf voortbestaan tot 1989, toen het in particuliere handen overging, om onder de naam 'Zeehaven IJmuiden N.V.' te worden voortgezet