<p>Zorgdragen voor en toezicht houden op de uitvoering van de in het kader van het structuurplan genomen besluiten, met inachtneming van de daarbij aangegeven procedures.</p><p>De regering en gedeputeerde staten desgevraagd of uit eigener beweging adviseren omtrent de verdere vormgeving en de uitvoering van het beleid in het kader van het structuurplan.</p><p>De Minister en de ministers, wie het mede aangat, jaarlijks of zoveel vaker als nodig adviseren omtrent het ter beschikking stellen van financiële middelen voor de verschillende onderdelen van het Structuurplan. </p><p>De Minister en Gedeputeerde Staten jaarlijks, of zoveel vaker als nodig rapporteren omtrent de uitvoering van het Structuurplan en zo nodig adviseren omtrent het bijstellen van eerdere beleidsbeslissingen.</p><p>De Minister en wie het mede aangaat, en Gedeputeerde staten desgevraagd en uit eigener beweging adviseren omtrent de coördinatie van het door de betrokken overheden verder te voeren beleid betreffende het gebied waarvoor het Structuurplan is opgesteld en, indien de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, omtrent het nader richting geven aan dat beleid. </p>