Op deze vereniging, naar aanleiding de op 22 Augustus 1864 te Genève gesloten overeenkomst (St. 1865 no. 85), sedert vervangen door het, op 6 Juli 1906 te Genève gesloten tractaat (St. 1908, no. 152), op zijn beurt vervangen door het, op 27 Juli 1929 aldaar gesloten verdrag (St. 1932 no. 395), aanvankelijk opgericht als „Nederlandse Vereniging tot het verlenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog", had betrekking tot het Koninklijk Besluit van 28 Maart 1925 (St. 126), gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 16 Juni 1927 (St. 181) en 4 April 1934 (bijv. no. 446 van Stct. 93). Zij had ten doel hulp te verlenen aan zieken en gewonden en verder alle diensten en werkzaamheden te verrichten, zoals deze waren omschreven in art. 3 van het Koninklijk Besluit van 28 Maart 1925 (St. 126). Het teken, ingesteld bij artikel 18 van het tractaat van 6 Juli 1906 (zie hiervóór), bestaande in een rood kruis op een witte grond, was ook het onderscheidingsteken der vereniging. Bij Koninklijk Besluit van 5 Oktober 1910 (St. 298), aangegeven bij dat van 12 Augustus 1913 (St. 351), was een ereteken („Medaille van het Rode Kruis") ingesteld voor belangrijke diensten in of jegens de vereniging „het Nederlandse Rode Kruis” bewezen, terwijl het Hoofdbestuur bevoegd was om, voor dezelfde redenen, een zichtbaar te dragen Kruis van Verdienste of Medaille van Verdienste te verlenen.[3]