Onder de administratie ressorteerden:
-Rijksbelasting-academie [1951 -1955];
-Commissie van Advies in beurszaken [1951 - 1955];
-Commissie van bijstand voor de uitvoering van de Beurswet 1914 [1951-1955];
-Effecten Vernieuwingsbureau [1951 - 1955];
-Afdeling Algemene en Juridische Zaken van de Belastingdienst [1951 - 1960];
-Afdeling Personeel van de Belastingdienst [1951-1960];
-Afdeling Organisatie van de Belastingdienst [1951-1960];
-Afdeling Directe Belastingen [1951-1960];
-Afdeling Indirecte Belastingen [1951 -1960];
-Afdeling Invoerrechten [1951 -1960];
-Tariefcommissie volgens art. 4 van de wet van 28 juni 1935 [1951-1960];
-Afdeling Domeinen [1951 -1960];
-Afdeling Kadaster en Hypotheken [1951 -1960];
-Afdeling Verbruiksbelastingen [en Douanewetgeving] [1951 -1960];
-Commissie van deskundigen voor de tabaksaccijns [1956 – 1960];
-Commissie van deskundigen voor de suikeraccijns [1956 -1960].[1]