Het instituut had taken omtrent:
-Het bevorderen van onderzoekingen van sociale en economische aard in het midden- en kleinbedrijf in de sectoren detailhandel, ambacht en vervoer over de weg; van deze laatste sector was een: zelfstandige Stichting „Economisch Bureau voor het Wegvervoer” (E.B.W.) opgericht, welke de werkzaamheden had opgedragen aan het E.I.M.;
-In het bijzonder het verrichten van bedrijfskosten- en rentabiliteitsonderzoekingen in diverse branches;
-Het verzorgen van een maandelijkse omzetstatistiek in ± 30 branches;
-Het verrichten van studies ter verbetering van het bedrijfsbeheer;
-Het verrichten van onderzoekingen van algemeen economische aard m.b.t. de middenstand;
-Het instellen van sociaal-economische onderzoekingen in de middenstand in verschillende gebieden;
-Studies omtrent structuur en problematiek in verschillende branches;
-Het verrichten van planologische werkzaamheden i.v.m. de winkelplanning in nieuwe woonwijken.[1]