Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Eerste Afdeling Militaire Zaken
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1818
Einddatum
1819
Geschiedenis

De afdeling had onder andere de taken rondom werving, lichting en organisatie van de korpsen van de armée en nationale militie. In de beginjaren van het Koninkrijk bestond het leger uit de staande armee en de nationale militie. De armee was samengesteld uit beroepsmilitairen: zij vormden dat deel van het leger dat voortdurend op complete sterkte onder de wapenen bleef. De bedoeling was dat ook de militie zoveel mogelijk uit vrijwilligers zou bestaan, maar dat is nooit het geval geweest. In de praktijk moest dit deel van het leger voltallig worden gemaakt door loting uit ingezetenen van 19 tot 23 jaar.

Ten aanzien van de nationale militie hadden twee departementen verantwoordelijkheid. Binnenlandse Zaken zorgde voor registratie van lotelingen, de loting en keuring en de overdracht van het aangewezen contingent aan de militaire autoriteiten. Pas daarna begon de taak van het departement van Oorlog: de regeling van de inlijving, eerste oefening, opleiding, verlof, afkeuring, oproeping voor herhalingsoefeningen.

De scheiding tussen armee en militie moest, bij gebrek aan voldoende vrijwilligers voor het leger, al snel worden opgeheven. Per 1 januari 1819 werden bij de 17 regimenten infanterie de beroepsbataljons opgelost in de militiebataljons; in de jaren daarna gebeurde hetzelfde bij de andere wapens. Tot 1829 dienden ook buitenlandse huurtroepen, waaronder de regimenten Zwitsers.[1]

Functies en activiteiten

De afdeling had taken omtrent:

- Werving en organisatie van de staande armee en vreemde troepen;

- stamboeken; opmaken en registreren van dienstbrieven; verloven;

huwelijkstoestemming aan officieren; mouvementen; verzoeken om ontslag;

toelating tot de Garnizoenscompagnieën;

- Overnemen en in dienst stellen van militiecontingenten; jaarlijkse

wegzending van verlofgangers en inlijving voor herhaling; mutaties bij de militie,

correspondentie daarover met Binnenlandse Zaken en de Gouverneurs in de

provincies;

– Pensioenen, gagementen en gratificaties; registers van gepensioneerden

en gegageerden; opmaken en registreren van gagementsakten; correspondentie

dienaangaande.[2]

 

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Secretariaat van Oorlog 1818 tot 1819
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
2e Afdeling Personele en Militaire Zaken (CGO) 1818
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
2e Afdeling (CGO) 1819
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/fd8649b4-d3d9-4092-ba64-49e6328f9a3a
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 228.

[2] H.H. Jongbloed, ‘Beschrijving van het archief. Archiefvorming. 2. Overzichten bij de geschiedenis van de organisatie. 2.4 Organisatie, taken en formatie volgens KB 2 september 1818, nr. 89’, Inventaris van het archief van het Ministerie van Oorlog: Openbaar Verbaalarchief en Gedeponeerde archieven, (1811) 1813-1945 (1952) 2.13.01 (Nationaal Archief 1995).