De taken van de afdeling waren:
- werving, lichting en organisatie van alle korpsen van de armée en nationale militie;
- militaire operaties, mouvementen, garnizoensveranderingen;
- vreemde korpsen op kapitulatie in dienst van de Koning;
- koloniale troepen en situaties van de armée;
- aanstellingen, documenten, verplaatsingen, dimissien (ontslag) van alle officieren van de generale staf;
- algemeen register van alle officieren bij de landmacht, dienst-staten, conduite lijsten, aanleg van stamboeken;
- rang reclames, correspondentie met alle civiele en militaire autoriteiten over militaire zaken met de Inspecteurs-Generaal;
- pensioenen en gagementen;
- admissie tot de garnizoen compagnieën.
- traktementen en soldijen;
- inspectie, directie en toezicht op de administratie;
- kleding, materieel en levensmiddelen;
- de huisvesting van soldaten en alle benodigdheden daarvoor;
- vervoer en transport;
- verzorging van zieken;
- verzorging en onderhoud van krijgsgevangenen.[3]