Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Tweede Afdeling Personele en Militaire Zaken
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1815-07-30
Einddatum
1818-09-01
Geschiedenis

De 2e Afdeling Personele en Militaire Zaken stond onder leiding van een intendant-generaal en was belast met de administratie van het materieel en de gehele comptabiliteit. [1]

De afdeling had de taken rondom werving, lichting en organisatie van de korpsen van de armée en nationale militie. In de beginjaren van het Koninkrijk bestond het leger uit de staande armee en de nationale militie. De armee was samengesteld uit beroepsmilitairen: zij vormden dat deel van het leger dat voortdurend op complete sterkte onder de wapenen bleef. De bedoeling was dat ook de militie zoveel mogelijk uit vrijwilligers zou bestaan, maar dat is nooit het geval geweest. In de praktijk moest dit deel van het leger voltallig worden gemaakt door loting uit ingezetenen van 19 tot 23 jaar.

Ten aanzien van de nationale militie hadden twee departementen verantwoordelijkheid. Binnenlandse Zaken zorgde voor registratie van lotelingen, de loting en keuring en de overdracht van het aangewezen contingent aan de militaire autoriteiten. Pas daarna begon de taak van het departement van Oorlog: de regeling van de inlijving, eerste oefening, opleiding, verlof, afkeuring, oproeping voor herhalingsoefeningen. Bij de totstandkoming van de militiewetten had Oorlog een adviserende en toetsende rol en verrichtte Binnenlandse Zaken de voorbereiding van de wetgeving. De eerste militiewet dateert van 1815, na de vereniging met België vervangen door een nieuwe wet uit 1817.

Tot 1829 dienden ook buitenlandse huurtroepen, waaronder de regimenten Zwitsers.[2]

Functies en activiteiten

De taken van de afdeling waren:

- werving, lichting en organisatie van alle korpsen van de armée en nationale militie;

- militaire operaties, mouvementen, garnizoensveranderingen;

- vreemde korpsen op kapitulatie in dienst van de Koning;

- koloniale troepen en situaties van de armée;

- aanstellingen, documenten, verplaatsingen, dimissien (ontslag) van alle officieren van de generale staf;

- algemeen register van alle officieren bij de landmacht, dienst-staten, conduite lijsten, aanleg van stamboeken;

- rang reclames, correspondentie met alle civiele en militaire autoriteiten over militaire zaken met de Inspecteurs-Generaal;

- pensioenen en gagementen;

- admissie tot de garnizoen compagnieën.

- traktementen en soldijen;

- inspectie, directie en toezicht op de administratie;

- kleding, materieel en levensmiddelen;

- de huisvesting van soldaten en alle benodigdheden daarvoor;

- vervoer en transport;

- verzorging van zieken;

- verzorging en onderhoud van krijgsgevangenen.[3]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Commissariaat-Generaal van Oorlog 1815-07-30 tot 1818-09-01
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
2e Afdeling Personeel van de Armee (CGO) 1815
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
1e Afdeling Militaire Zaken (SvO) 1818
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/20a4c30b-d401-45ee-aedc-acd2619d2e2f
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 223.

[2] Ibidem, 228.

[3] Staatsalmanak 1816 en 1818.