Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Tweede Afdeling Veeteelt, Akkerbouw, Tuinbouw, Rijkslandbouwproefstations, Domeinen, Staatsbosbeheer, Renteambten en uitvoering van verschillende wetten
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1926
Einddatum
1932
Geschiedenis

De 2e Afdeling Veeteelt, etc. (1926-1932) is een samenvoeging tussen de IVe Afdeling Staatsbosbedrijf en Rentambten en IIe Afdeling Veeteelt, Akkerbouw, Tuinbouw, Rijkslandbouwproefstations en uitvoering van verschillende wetten (1923-1926). De Directie van de Landbouw verzorgde het beheer van een deel van de domeinen (staatsgronden) die met name bestonden uit bossen en woeste gronden. Natuurbescherming was ook een belangrijke taak van de Directie van de Landbouw. Ingevolge de Natuurschoonwet van 1928 konden eigenaren hun onroerend goed als landgoed bij Staatsbosbeheer laten registreren, op voorwaarde van verantwoord beheer en in ruil voor verlichting van belastingen en successierechten.[1]

 

 

Functies en activiteiten

De 2e Afdeling had taken omtrent:

- dienst van de Rijkslandbouw-, Rijkstuinbouw-, Rijksveeteelt-, Rijksbijenteelt- en Rijkspluimveeteeltconsulenten, de adjuncten, de hoofdassistenten en assistenten voor de binnenlandse landbouwvoorlichtingendienst, dienst van de Zuivelconsulenten;

- subsidies en andere uitgaven ten behoeve van de paarden-, rundvee-, varkens-, schapen- en geitenfokkerij en van de pluimvee –en bijenteelt;

- proeffokstations voor de pluimveeteelt, Rijkslandbouwproefstations, proefboerderijen, plantenziektekundige dienst, van Rijkswege gesubsidieerde land –en tuinbouwproefvelden en proefnemingen;

- landbouw krediet; tuinbouwaangelegenheden, tentoonstellingswezen, Rijkscommissie en Rijksbureau voor de Ontwatering, subsidies aan de gemeentebesturen voor het stichten van boerderijen, subsidies aan land –en tuinbouworganisaties;

- dienst van het Staatsbosbedrijf en van de renteambten;

- uitvoering van de Boswet;

- het Rijksbosbouwproefstation

- uitvoering van verschillende wetten met betrekking tot de landbouw. In 1932 waren dit bijvoorbeeld de Paardenwet 1918, de Vogelwet 1912, de Nuttige Dierenwet 1914, Landarbeiderswet, Ruilverkavelingswet, Domeinbeheer, etc.[2]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Directie van de Landbouw (BiZL) 1926 tot 1932
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
2e Afdeling Veeteelt, Akkerbouw, Tuinbouw, Rijkslandbouwproefstations en uitvoering van verschillende wetten (BiZL) 1926
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Tweede Afdeling (EZ, EZA) 1932
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/c509b4c1-4fb9-45f0-b985-22dba5e553ad
Bronnen

[1] J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 385.

[2] Staatsalmanakken 1926 en 1932.