De afdeling had taken omtrent:
- wetgevende arbeid betreffende de onderwerpen die tot de werkkring van de afdeling behoorden;
- officierspersoneel van het leger;
- militaire pensioenen en pensioenreclames;
- verlovingen (met uitzondering van verlovingen van dienstplichtigen binnenslands);
- huwelijken van militairen beneden de rang van officier;
- eretekenen en medailles;
- aanneming voor het leger te landen en overgang bij het Indische leger;
- plaatsing van militaire in sedentaire militaire betrekkingen;
- gratificatiën;
- stamboek van de officieren en van de beroeps- en reserve militairen beneden de rang van officier;
- bevordering en ontslag van vrijwillig dienende militairen beneden de rang van officier;
- beoordelingslijsten;[1]
- capitulanten (vanaf 1937).[2]