De 5e Afdeling had taken omtrent:
- Rijkspolitie;
- Rijkspolitiezorg;
- de Vreemdelingenwet, de politaire grensbewaking, jacht –en visserijpolitie (vanaf 1940)
- personeel van de Rijksveldwacht;
- uitgave van het Algemeen Politieblad (tot 1940);
- Internationale Samenwerkingswet van de politie;
- Rijksrecherchecentrale (vanaf 1940)
- politietoezicht op de naleving van de opiumwet (tot 1940);
- Wapenwet en Vuurwapenwet 1919;
- Politie op de Noordzeevisserij (tot 1940);
- drankverkoop op de Noordzee en de territoriale wateren (tot 1940);
- vissen met vreemde schepen in de territoriale wateren (tot 1940);
- rivierventerij;
- Rijksbureau en uitvoering van de regelingen betreffende de bestrijding van vrouwenhandel en van de handel in ontuchtige uitgaven, de bestrijding van tuchteloosheid (tot 1940);
- handhaving van de Motor –en Rijwielwet (tot 1940);
- Jachtwet 1923 (tot 1940).[2]