Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Zesde Afdeling Kunsten en Wetenschappen
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1875-07-01
Einddatum
1918
Geschiedenis

De bemoeienis met de Kunsten en Wetenschappen werd in 1875 overgedragen aan de 6e afdeling. De afdeling kwam onder leiding van de energieke en kundige Victor de Stuers. Onder leiding van De Stuers kwam een actief cultuurbeleid tot stand. Zo had de afdeling al de zorg voor gebouwen en monumenten. Maar vanaf 1875 kwam daar de verantwoordelijkheid bij voor de landsgebouwen in de residentie, de zorg voor de gebouwen van onderwijs, kunsten en wetenschappen en de gebouwen van de provinciale besturen. Verder werd in 1903 een (permanente) Rijkscommissie voor monumentenbeschrijving ingesteld. Deze werd in 1918 vervangen door de Rijkscommissie voor de monumentenzorg en het voor de ambtelijke ondersteuning bedoelde Rijksbureau voor de monumentenzorg. Met behulp van deze nieuwe organen kon het Rijk een actiever beleid voeren ten aanzien van onderhoud en restauratie, primair door het verstrekken van subsidies.[1]

Ook het museumbeheer nam vanaf 1875 toe. De afdeling kreeg toezicht over diverse musea: Rijksmuseum voor schilderijen, het Rijksprentenkabinet (beide in het Trippenhuis te Amsterdam), het Koninklijk Kabinet van Schilderijen in het Mauritshuis te Den Haag, enige Leidse musea en de Rijksverzameling voor moderne kunst in het paviljoen Welgelegen te Haarlem. De rijksoverheid bemoeide zich actief met zaken als: verbetering van gebouwen, acquisitie en inventarisatie van kunstvoor­werpen en beheer door deskundig personeel. De opvolgers van De Stuers bemoeiden zich minder bevoogdend met de musea en hun aankoopbeleid. Na 1901 werden ook niet aan het Rijk toebehorende musea gesubsidieerd.[2]

De Rijksoverheid bemoeide zich nauwelijks met archieven. In het laatste kwart van de negentiende eeuw werden de provinciale archiefdiensten door De Stuers omgezet in rijksarchieven in de provincie. In 1902 kreeg het Rijksarchief in Den Haag een nieuwe behuizing met een speciaal ontworpen depot voor de bewaring van archieven. De Archiefwet van 1918 regelde de openbaarheid van de overheidsarchieven en legde de organisatiestructuur vast.[3]

Op het gebied van het kunstonderwijs was in 1870 de positie van de Academie te Amsterdam (nu Rijksacade­mie genoemd) wettelijk geregeld. In 1881 ging het Rijk over tot de oprichting van een Rijksschool voor kunstnijverheid en een Rijksnormaal­school voor tekenonderwijzers. Vanaf 1889 werd tekenen een verplicht vak op de lagere school. Voor de wetenschappen bemiddelde de afdeling met weten­schappelijke contacten met het buitenland en subsidieerde bepaalde instellingen.[4]

Functies en activiteiten

De afdeling Kunst en Wetenschappen was verantwoordelijk voor:

- zaken omtrent het archiefwezen;

- zaken omtrent sommige rijksinstellingen van wetenschap, kunst en kunstonderwijs, zoals de koninklijke akademie van wetenschappen, het college van de rijksadviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst, de koninklijke bibliotheek, de koninklijke kabinetten van penningen, gegraveerde stenen, schilderen en andere zeldzaamheden te ’s Gravenhage, de rijksmusea van schilderijen te Amsterdam en te Haarlem, het Nederlands museum, de rijksacademie van beeldende kunsten en de koninklijke en andere muziekscholen;

- zorg voor de instandhouding van de gedenkstukken van geschiedenis en kunst;

- aanmoediging en ondersteuning van ondernemingen van wetenschap en kunst;

- eremedailles;

- aankoop van boekwerken en andere voorwerpen van kunst of wetenschap;

- tentoonstellingen van wetenschap en kunst;

- tekenacademiën en tekenscholen, tekenonderwijzers en school voor kunstnijverheid (vanaf 1881).[5]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Binnenlandse Zaken 1875 tot 1918
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
5e Afdeling Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (BiZa) 1875-07-01
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Afdeling Kunsten en Wetenschappen (OKW) 1918
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/7c7f3ae3-7d1b-47e6-a8f6-343bc11607e0
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 409.

[2] Idem.

[3] Ibidem, 409-410.

[4] Ibidem, 410.

[5] Staatsalmanak 1876 en 1907.