De afdeling Kunst en Wetenschappen was verantwoordelijk voor:
- zaken omtrent het archiefwezen;
- zaken omtrent sommige rijksinstellingen van wetenschap, kunst en kunstonderwijs, zoals de koninklijke akademie van wetenschappen, het college van de rijksadviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst, de koninklijke bibliotheek, de koninklijke kabinetten van penningen, gegraveerde stenen, schilderen en andere zeldzaamheden te ’s Gravenhage, de rijksmusea van schilderijen te Amsterdam en te Haarlem, het Nederlands museum, de rijksacademie van beeldende kunsten en de koninklijke en andere muziekscholen;
- zorg voor de instandhouding van de gedenkstukken van geschiedenis en kunst;
- aanmoediging en ondersteuning van ondernemingen van wetenschap en kunst;
- eremedailles;
- aankoop van boekwerken en andere voorwerpen van kunst of wetenschap;
- tentoonstellingen van wetenschap en kunst;
- tekenacademiën en tekenscholen, tekenonderwijzers en school voor kunstnijverheid (vanaf 1881).[5]