Taken van 1936-1937:
- behartiging van de Nederlandse belangen in het buitenland op economisch gebied in relatie tot handel, verkeer, spoorweg-, post-, en telegraafwezen, scheepvaart, luchtvaart, geldwezen en douanetarieven;
- inwinnen van inlichtingen in het buitenland en het verstrekken van Nederlandse inlichtingen aan het buitenland;
- het sluiten van verdragen op het gebied van bovengenoemde materies;
- toezicht houden op de naleving van verdragen;
- Rijnvaartzaken;
- bemoeienissen met conferenties, congressen en tentoonstellingen in het buitenland en binnenland;
- landverhuizing;
- sanitaire en veterinaire aangelegenheden;
- Nederlands-Indische bedevaartgangers naar Mekka;
- regeling van en toezicht op de consulaire dienst; erkenning van buitenlandse consulaire ambtenaren in Nederland en de overzeese gewesten.[3]
Vanaf 1937 werd de afdeling verdeeld in twee onderafdelingen.
Onderafdeling A
- behartiging van de Nederlandse belangen in het buitenland op economisch gebied;
- Rijnvaartzaken.
Onderafdeling B
- consulaire aangelegenheden;
- aangelegenheden betreffende spoorweg-, post-, en telegraafwezen, luchtvaart, scheepvaart, sanitaire aangelegenheden, conferenties en congressen, tentoonstellingswezen, landverhuizing en bedevaart.[4]