Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Identiteit
Parallelle namen
Directie van Economische Zaken
DEZ
Andere namen
Economische en Consulaire Directie
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1918
Einddatum
1933
Geschiedenis

In 1918 werd de Directie van Economische Zaken (DEZ) opgericht. DEZ was de opvolger van onderafdeling B van de 2e Afdeling Consulaire- en Handelszaken (1876-1918). Kort daarna werd onderafdeling A van de 2e afdeling ook toegevoegd bij de nieuwe directie. De directie kwam onder leiding van de energie­ke directeur A.M. Snouck Hurgronje. Tegelijk met de instelling van DEZ werd ook een Raad van Bijstand (1918-1930) in het leven geroepen. De Raad bestond uit prominente figuren uit de wereld van handel, industrie en scheepvaart en werd ondersteund door een secretariaat met ambtenaren van Buitenlandse Zaken. DEZ en Raad van Bijstand moesten in nauwe samenwerking vorm geven aan de buitenlandse economische politiek.[1]

In 1930 ging het bedrijfsleven steeds meer kritiek leveren over hoe Buitenlandse Zaken de handelspolitieke zaken behandelden. Al eerder was al eens overwogen DEZ en de afdeling Handel van het toenmalige ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel samen te voegen. Bij de kabinetsformatie van 1933 werd bepaald, dat de beleidsverantwoordelijkheid voor de buitenlandse economische betrekkingen zou worden geconcentreerd bij het Ministerie van Economische Zaken. Dit gold ook voor de Commissie voor de herziening van de handelsverdragen (ingesteld in 1921) en de Commissie voor de onderhandelingen over handelsverdragen (1923) die beide door Buitenlandse Zaken werden geleid. De Raad van Bijstand werd opgeheven, want die speelde al langer geen grote rol meer. Als gevolg van deze ingrepen werd de status van DEZ verlaagd. De DEZ werd in 1933 opgevolgd door de afdeling Consulaire –en Handelszaken (1934-1940).[2]

Voor de opvolging heeft de Directie nog een naamsverandering ondergaan. De directie heette voor een korte periode: Economische en Consulaire Directie (1934). Aangezien de economische taken juist waren verschoven naar het Ministerie van Economische Zaken, leidde deze benaming tot verwarring. Daarom werd uiteindelijk de naam ‘Consulaire-en Handelszaken’ gebruikt. Gezien de statusverlaging werd het organisatieonderdeel een afdeling en was het niet langer een directie.[3]

Functies en activiteiten

De Directie van Economische Zaken had de volgende taken:

- behartiging van de economische, handels- en scheepvaartbelangen in en met betrekking tot het buitenland;

- de zorg voor de voorziening in de materiële behoeften van Nederland;

- naleven van de handelsverdragen en overeenkomsten;

- het sluiten van verdragen en overeenkomsten op economisch gebied;

- het verstrekken van inlichtingen aan en omtrent het buitenland op het gebied van tariefwetgeving, fabriekswezen, spoorwegwezen, zeewezen, etc;

- spoorweg-, post-, en telegraafovereenkomsten (in 1922);

- economische voorlichtingsdienst;

- regeling van toezicht op de consulaire dienst;

- erkenning van buitenlandse consulaire ambtenaren in Nederland en in koloniën;

- bemoeienis met de Nederlandse veestapel;

- uitzenden van Nederlandse ingenieurs;

- werken door Nederlanders in het buitenland;

- aanbestedingen;

- landverhuizing;

- besmettelijke ziekten uit het buitenland;

- uitvoering van de internationale sanitaire conventie;

- Nederlands-Indische bedevaartgangers naar Mekka.[4]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Buitenlandse Zaken 1918 tot 1933
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
2e Afdeling Consulaire -en Handelszaken (BuZa) 1918
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Afdeling Consulaire -en Handelszaken (BuZa) 1934
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/3cb0ce08-73b9-48e6-b387-f1f56aeeed8c
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 199-200.

[2] Ibidem, 200.

[3] Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: DEZ-dossiers (Directie Economische Zaken), nummer toegang 2.05.37, inventarisnummer 2835.

[4] Staatsalmanak 1922.