Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1818
Einddatum
1824
Geschiedenis

De Afdeling Kunsten en Wetenschappen bestond van 19 maart 1818 tot 31 maart 1824 onder het Ministerie van Publiek Onderwijs, Nationale Nijverheid en Koloniën. Willem I heeft een actieve cultuurpolitiek gevoerd, ondanks hij persoonlijk weinig geïnteresseerd was in kunst. Niettemin was zijn kunstbeleid vrij marginaal binnen het algemene regeringsbeleid en ontbeerde het een duidelijke grondslag. Van de Tweede Kamer ging geen stimulans uit voor een actief cultuurbeleid. De meeste impulsen kwamen van het Koninklijk Instituut als belangrijkste adviesorgaan van de regering. Tot 1875 was er weinig actieve overheidsbemoeienis met de musea. Onder de regering van Willem I werden nog wel kunstaankopen gedaan, soms betaald door het ministerie, soms door de Koning uit `bijzondere fondsen'.[1]

Functies en activiteiten

De Afdeling Kunsten en Wetenschappen:

- kunstaankopen;

- gebouwen en monumenten  onderhouden; 

- museumbeheer;

- toezicht op de Koninklijke Academies van Beeldende Kunsten te Amsterdam en Antwerpen;

- subsidiëren van studiereizen voor veel belovende kunstenaars;[2]

- de uitsluitende rechten op uitvindingen en verbeteringen van voorwerpen van Kunst –en Volksvlijt.[3]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Publiek Onderwijs, Nationale Nijverheid en Koloniën 1818 tot 1824
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Afdeling F Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (BiZOW, BiZa) 1824
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/d4d8a80e-c0cf-4651-bf6f-34ad87f7b879
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 408-410.

[2] Ibidem, 401-410.

[3] Staatsalmanak 1819.