– Uitvoering van de wetten en verordeningen van het post- en telegraafwezen, de
Rijkspostspaarbank en de pakketpost;
- uitvoering van verdragen en overeenkomsten met buitenlandse regeringen of administraties voor de internationale posterijen;
– vestiging van post- en hulpkantoren;
– stichting, aankoop, huur en inrichting van post- en telegraafgebouwen;
– benoeming, bevordering en ontslag van het personeel;
– borgtochten;
- uniformkleding;
- abonnement voor kantoor-en lokaalbehoeften.
- dienst van de postwissels, kwitanties, zegel-en legesgelden;
- behandeling van onbestelbare en geweigerde brieven en pakketten;
- onderzoek naar klachten;
- aanschaffing en verstrekking van postzegels, briefkaarten en verdere geldswaardige stukken en formulieren;
- opnemen van gemeenten in de Rijkstelegraafnetten;
- aanleg en onderhoud van telegraaflijnen en daar bijhorende gebouwen en werken;
- beheer van herstellingswerkplaatsen en magazijnen;
- samenstellen en aankondigen van tarieven;
- statistiek;
- concessies voor telefoon-en telegraafverbindingen;
- controle op de verantwoording van ontvangsten en uitgaven;
- en aanmaak van postzegels.[2]