De afdeling Volksgezondheid had drie hoofdtaken:
1. opstellen van wetten en regelingen voor de gezondheidszorg;
- de Woningwet, de Woningnoodwet, de Gezondheidswet, de Drankwet, de Huurcommissiewet;
- wetgeving en reglementering inzake medische beroepen, zoals de Nederlandse pharmacopoea, de uitoefening van de geneeskunst en de artsenijbereidkunde;
- ontwerpen van regels voor de preventie en bestrijding van (besmettelijke) ziektes zoals tuberculose, roodvonk, pokken, malaria;
- de uitvoering van de voorziening tegen besmettelijke ziekten betreffende het gezondheidsonderzoek van zeeschepen;
- reglementering van de lijkbezorging;
2. de controle op de naleving;
- toezicht op het Nederlandse Rode Kruis;
- controle op de hygiëne in zwembaden;
- de kwaliteit van het drinkwater;
- handhaving van de Warenwet (Keuringsdienst van Waren);
3. de financiering van de gezondheidszorg:
- bemoeienis met de bouw en inrichting van ziekenhuizen;
- organiseren van acties tegen drankmisbruik;
- houden van toezicht op de ziektekostenverzekeringen en ziekenfondsen.[3]