Het Beleidsorgaan Openbaar Vervoer van de negen gemeenten met een eigen vervoersbedrijf (hierna: BOV) is in 1975 ontstaan als uitvloeisel van een min of meer informeel overleg tussen de 9 gemeenten met een eigen openbaar vervoerbedrijf. Deze gemeenten waren: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Groningen, Nijmegen, Arnhem, Maastricht en Dordrecht. Het BOV is opgericht om het beleid van de 9 gemeenten te harmoniseren en om zodoende een goed openbaar vervoer in de steden te bevorderen. Dit door middel van overleg over het te voeren beleid en centraal overleg te voeren met partijen als het Rijk, de Nederlandse Spoorwegen en het streekvervoer.
Door verzelfstandiging van de openbaar vervoerbedrijven van de gemeenten Groningen, Arnhem en Maastricht en door het overstappen van een aantal andere gemeenten naar de VOC bleven in 1998 alleen de vier grote gemeenten nog deelnemen in het BOV: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht.
In 1992 is de Vereniging BOV opgericht. Leden van de vereniging waren gemeenten of samenwerkingsverbanden van gemeenten die een eigen vervoerbedrijf hadden of een belang in een (regionaal) vervoerbedrijf. De vereniging BOV behartigde de belangen van de leden en kon financiële verplichtingen aangaan ten laste van de leden.
Het BOV heeft gefunctioneerd tot 31-12-2003.
Vestiging
Het secretariaat van het BOV werd verzorgd door en vanuit de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Het kantoor van de VNG was daardoor ook het vestigingsadres.