Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1842
Einddatum
1859
Geschiedenis

Bureau E. Burgerlijke dienst bestond van januari 1842 t/m juni 1859. Bureau E was opgericht om zaken omtrent de burgerlijke dienst te regelen. Naast het koloniale militaire personeel vereiste de burgerlijke dienst in de koloniën een constante instroom van ambtelijk personeel. Het ministerie verzorgde niet zelf de opleiding van de voor de Indische dienst bestemde (hogere) ambtenaren, maar subsidieerde door derden verzorgde opleidingen. Het ministerie van Koloniën regelde voorts de uitzending, de verloven, de overtochten en de pensioenen en wachtgelden van de Indische ambtenaren.[1]

Functies en activiteiten

Bureau E. Burgerlijke dienst had taken omtrent:

- zaken betreffende de benoeming en uitzending van ambtenaren voor alle vakken met inbegrip van de geestelijken, onderwijzers, ingenieurs, etc.;

- de stamboeken en in het algemeen de belangen van de Indische ambtenaren, waaronder ambtenaren die behoren sedentaire zeewezen in Nederlands-Indië; de reglementen voor hun pensioen en die van hun weduwen en wezen;

- regeling van de uitbetaling van:

a. de burgerlijke pensioenen, verloftraktementen en delegaties;

b. de pensioenen en onderstandsgelden van de burgerlijke weduwen en wezen;

- kortingen op de traktementen en pensioenen van de ambtenaren ten behoeve van de schatkist en van bijzondere personen;

- burgerlijke nalatenschappen.[2]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Koloniën 1842 tot 1859
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Bureau A. Oost-Indische Zaken (Koloniën) 1859 De taken omtrent de burgerlijke dienst zijn opgegaan / afgesplitst in Bureau Oost-Indische zaken.
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/d83964bd-cbeb-42e8-9c08-1c477f336912
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 359.

[2] De taken zijn afkomstig uit staatsalmanak 1860. Vergeleken met de organisatie begin 1842 valt op te merken, dat de vroegere bureaus E, F en G zijn opgegaan in de bureaus A, B en C en dat de comptabele taken nu verdeeld zijn over liefst vier bureaus. Sommige van deze taakverschuivingen moeten al vóór 1859 hebben plaats gehad. F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 353 en 374.