Het Bureau had taken omtrent:
- legerorganisatie, Nationale militie, Schutterij;
- werving voor het leger binnen het rijk;
- koloniale werving;
- ontslag van militairen beneden de rang van officier;
- theoretisch, wetenschappelijk en praktisch onderwijs bij de korpsen;
- militaire academie;
- aanstelling, bevordering, verplaatsing en ontslag van officieren, behalve bij de militaire administratie;
- Marechaussee;
- stamboeken van de officieren en de militairen beneden de rang van officier;
- bijhouden van verlovingen en huwelijken van officieren, onderofficieren en manschappen;
- naturalisatie van militairen beneden de rang van officier;
- Krijgstucht;
- dienst reglementen;
- inspectie over de korpsen;
- modellen van kleding en uitrusting;
- garnizoens –en inwendige dienst;
- militaire bijstand;
- decoraties en medailles;
- pensioenen;
- gratificatiën bij ontslag uit de dienst;
- gratificatiën aan gewezen militairen en militaire weduwen;
- zaken betreffende de Duitse Bond en het Limburgs bondscontingnent.[2]