Het Bureau had taken omtrent:

- materieel van de artillerie voor de uitrusting en wapening van het Rijk en de draagbare wapens voor alle korpsen;

- gebruik en beheer van gelden voor de artillerie;

- verstrekking van materieel voor het departement van koloniën en andere departementen van algemeen bestuur;

- personeel van de artillerie korpsen, magazijnen en werkplaatsen;

- regeling van de praktische en wetenschappelijke oefeningen;

- bibliotheken van de artillerie korpsen en etablissementen;

- geweermakers (ook voor Oost-Indië);

- stamboeken voor het personeel bij de artillerie-etablissementen.[2]