Het Bureau had taken omtrent:
- personeel van de intendanten en verdere officieren van de militaire administratie;
- verstrekking en regularisatie van fondsen voor betalingen bij de korpsen etc.;
- verificatie van de monsterrollen en de verdere afrekeningen van de korpsen en de militaire academie met de schatkist van het Rijk;
- verificatie van de inwendige administratie van de korpsen en de aldaar bestaande fondsen van inwendig beheer;
- geldelijke en materiële verantwoording van het koloniaal werfdepôt en de koloniale werving;
- kleding –en uitrusting bij de korpsen;
- nachtleger;
- garnizoensbakkerijen en levering van het brood waar deze niet bestaan;
- aankoop en op reforme stellen van paarden;
- vuur en licht in de militaire wachten;
- transporten te water en te land;
- verzorging van marcherende troepen (verstrekkingen van reisgelden etc.);
- levering van vivres en fourages, aanschaffing en bewaring van kampementseffecten, velduitrustig, etc.;
- magazijn van kleding en equipering te Delft;
- vervaardiging van goederen in gevangenissen van het Rijk;
- weduwen –en wezenkas voor de officieren van de landmacht;
- fonds voor de onderofficieren;
- voorschotten aan gepensioneerden;
- gebruik en beheer van de gelden voor de militaire administratie;
- administratie van de geneeskundige dienst en de hospitaal-establissementen;
- verstrekkingen aan departementen van algemeen bestuur en aan de koloniën;
- stamboeken voor het personeel van de militaire admistratie en voor de paarden bij het leger.[1]