De afdeling had taken omtrent;
-Staats- en Volkenrecht;
-Strafrecht en Strafvordering (waaronder berechting sociaaleconomische delicten);
-uitleveringen;
-rogatoire commissies in strafzaken;
-inzamelingen (loterijen daaronder begrepen);
-uitvoering van de wet op de Woonwagens en Woonschepen 1918;
-onderwerpen van sociale wetgeving;
-overigens verschillende onderwerpen van niet-civiel- rechtelijke aard;
-behandeling van gratie-aangelegenheden;
-jaarlijkse afslag en ontslag van straf aan strafgevangenen;
-reclassering van meerderjarigen en daarmede samenhangende onderwerpen;
-subsidiƫring van op deze gebieden werkzame verenigingen en instellingen;
-toezicht bij voorwaardelijke opschorting van straf of strafrestant;
-psychopatenzorg;
-rijksreclasseringsbureau;
-reclasseringsinlichtingendienst;
-persoonsdossiers;
-administratie betreffende het toezicht over voorwaardelijk gegratiƫerden en over voorwaardelijk ter beschikking van de Regering gestelde psychopaten.[1]