Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1878
Einddatum
1906-11-01
Geschiedenis

In de peridode van 7 november 1877 t/m 1 januari 1878 bestonden er de volgende afdelingen: ‘Nijverheid en Landbouw’ en ‘Handel en Scheepvaart’. Deze afdelingen werden samengevoegd in de afdeling Handel en Nijverheid. De taken van de afdeling Handel en Nijverheid zijn te verdelen over zes beleidsterreinen: handel, landbouw, vervoer, nijverheid, scheepvaart en visserij. In 1893, 1898 en 1901 kromp het takenpakket in, omdat de afdelingen Arbeid en Fabriekswezen (1893-1901), Landbouw (1898-1901) en Spoorwegen (1901-1905) werden opgericht die taken overnamen. Toen Arbeid en Fabriekswezen in 1901 werd opgeheven kwamen taken die te maken hadden met de Hinderwet en Stoomwet weer terug bij Handel en Nijverheid. De sterk groeiende afdeling Nijverheid en Handel werd op 1 november 1906 gesplitst in een afdeling Nijverheid en een afdeling Handel.[1]

 

Handel

De taak van de afdeling Handel en Nijverheid beperkte zich op het onderdeel buitenlandse handel tot het adviseren aan Buitenlandse Zaken, Financiën en Justitie over handelsverdragen en de heffing van in- en uitvoerrechten. Wel was WHN in 1891 een van de initiatiefnemers bij de oprichting van de Commissie voor de Handelspolitiek. De uitgave van de ‘Consulaire Berichten’ was in de periode 1877-1932 afwisselend een zaak voor de afdeling Handel en Nijverheid en Buitenlandse Zaken.[2]

 

Nijverheid

De overheid voerde geen actief industriebeleid. Wel verleende de overheid incidenteel steun aan tentoonstellingen op het gebied van de nijverheid. Ook hield het Rijk toezicht op de plaatsing van stoomtoestellen en op de oprichting en wijze van inrichting van bedrijven die gevaar, schade of hinder konden veroorzaken. Voor het gebruik van stoomtoestellen was toestemming vereist van de betrokken minister. Hij baseerde zijn besluit op het rapport van deskundigen en vanaf 1855 van de Dienst voor het Stoomwezen.

Bij de hinderwetzaken gold een werkverdeling tussen het Rijk en de lagere overheden (gemeenten en provincies). Het stoomwezen viel tot 1893 onder de administratie van de Nijverheid, de hinderwetzaken tot 1868 onder de afdeling Binnenlands Bestuur en van 1868 tot 1893 eveneens onder Nijverheid. In 1893 gingen beide taken over op de nieuwe afdeling Arbeid.[3]

 

Landbouw

Niet alle landbouwtaken vielen standaard onder de afdeling nijverheid en handel. Zo vielen de veeartsenij en het landbouwonderwijs onder Binnenlandse Zaken en de jacht en visserij onder Justitie. Wel kwam het in 1886, in verband met al jaren heersende recessie in de landbouw, tot de instelling van een staatscommissie tot onderzoek naar de toestand van de landbouw. De in 1890 door de commissie uitgebrachte rapporten en adviezen bepleitten een actiever en geconcentreerd landbouwbeleid. Ook het (in 1884 opgerichte) Nederlandsch Landbouw Comité en de provinciale landbouwmaatschappijen drongen aan op concentratie, zo mogelijk onder een eigen ministerie.[4]

Functies en activiteiten

Taken Handel:

– Toezicht op de Kamers van Koophandel en Fabrieken.

– Toezicht op de algemene handelsentrepôts.

– Advisering over het sluiten van handelsverdragen tussen Nederland en vreemde

mogendheden (aan de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Financiën).

– Advisering over aanvragen tot oprichting van naamloze vennootschappen werkzaam op

het gebied van de handel (aan het ministerie van Justitie).

– Advisering over het heffen van in- en uitvoerrechten (aan het ministerie van Financiën).

– Bevorderen van de handelsbetrekkingen met het buitenland.

– Bevorderen van handelscongressen en handelsbeurzen.

– Bevorderen van handelstentoonstellingen.

– Uitgave van Consulaire Berichten en Verslagen.

– Uitgave van Statistiek voor Handel en Scheepvaart.

 

Taken Landbouw (tot 1898):

– Bevordering en subsidiëring van landbouwtentoonstellingen.

– Bevordering van de paardenfokkerij.

– Bevordering van wetenschappelijk onderzoek.

– Regeling van en toezicht op de bescherming van nuttige diersoorten.

– Regeling van en toezicht op de bestrijding van schadelijke insecten.

– Regeling van en toezicht op de handel in boter.

– Uitgave van het Landbouwverslag.

– Publicatie van oogstberichten uit het buitenland.

 

Taken Vervoer:

– Concessieverlening voor en toezicht op de aanleg en exploitatie van stoomboot-, wagen en tramwegdiensten.

– Goedkeuring van en toezicht op de naleving van spoorwegtarieven.

– Goedkeuring van en toezicht op de naleving van spoorwegdienstregelingen.

– Regeling van het internationaal goederenvervoer via spoorwegen.

– Regeling van en toezicht op het vervoer via spoorwegen.

– Verlenen van vrij vervoer over en vrije toegang tot de spoorwegen.

– Regeling van en toezicht op het openen en sluiten van spoorwegbruggen.

– Uitgave van statistiek vervoer spoor- en tramwegen.

 

Taken Nijverheid:

– Regeling van en toezicht op het gebruik van fabrieks- en handelsmerken.

– Ontwikkeling van octrooiwetgeving.

– Bescherming van de industriële eigendom.

– Regeling van en toezicht op het gebruik van stoomtoestellen.

– Regeling van en toezicht op de maten, gewichten, weegwerktuigen en gasmeters.

– Regeling van en toezicht op de oprichting van inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken.

– Advisering aan de minister van Justitie over aanvragen tot oprichting van naamloze vennootschappen op het gebied van de nijverheid.

– Bevordering en ondersteuning van tentoonstellingen op het gebied van de nijverheid.

– Concessieverlening tot exploitatie van mijnen.

– Toezicht op de exploitatie van Staatsmijnen.

– Onderzoek naar de exploitatiemogelijkheden van kolenvelden.

– Uitgave van statistiek van de Nijverheid.

– Uitgave statistiek van de philantropische spaar- en leenbanken.

 

Taken Scheepvaart:

– Regeling van, toezicht op en subsidiëring van de opleiding van zeelieden.

– Regeling van de tucht op koopvaardijschepen en vissersvaartuigen.

– Regeling van en toezicht op het scheepvaartverkeer in openbare wateren.

– Regeling van en toezicht op het vervoer van ontplofbare stoffen.

– Regeling van en toezicht op het heffen van haven-, kanaal-, tol-,brug- en veergelden.

– Registratie van zeeschepen.

– Afgifte, wijziging en intrekking van zeebrieven.

– Onderzoek naar de oorzaak van zeerampen.

– Toezicht op het Nederlands Meteorologisch Instituut.

– Toezicht op de strandvonderij.

– Wering van besmettelijke ziekten voorkomende op zeeschepen.

– Regeling van, toezicht op en subsidiëring van het reddingwezen.

– Toezicht op de doortocht en het vervoer van landverhuizers.

– Toezicht op de exploitatie van het haventerrein te Vlissingen.

– Uitgave Scheepvaartstatistiek.

– Uitgave statistiek landverhuizingen.

– Uitgave statistiek van de Rijnvaart.

– Uitgave Algemeen Seinboek.

 

Taken Visserij:

– Regeling van en toezicht op de uitoefening van de visserij.

– Regeling van en toezicht op de teelt en visserij op schelpdieren.

– Bevordering van de zalmteelt.

– Regeling van en toezicht op de robbenvangst.

– Tegengaan van desertie door zeevissers.

– Regeling van de verkoop van sterke drank op zee.

– Instelling van en toezicht op het College voor de Zeevisserij.

– Regeling van en toezicht op de registratie van vissersschepen.

– Verrichten van wetenschappelijk onderzoek.

– Regeling van en toezicht op de vakbekwaamheid van vissers.

– Uitgave Staat van de Nederlandse visserij.[5]

 

Overige taken:

- uitvoering van de IJkwet, de Hinderwet, de Stoomwet, de Wet op het vervoer, en de Wet van ontplofbare stoffen etc.;[6]

- Rijn-, Maas-, en Scheldevaart vergunningen voor stoomboot-, wagen- en tramdiensten.[7]

 

Structuur

1888-1901 twee onderafdelingen:

I. Handel en Nijverheid

II. Spoorwegexploitatie / vanaf 1900 Spoorwegen

De afdelingen Arbeid en Fabriekswezen (1893-1901), Landbouw (1898-1901) en Spoorwegen (1901-1905) zijn te beschouwen als afsplitsingen van de afdeling Handel en Nijverheid.[8]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid 1878 tot 1905
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
12e Afdeling Nijverheid (BiZa) 1878
Afdeling Arbeid en Fabriekswezen (WHN) 1901 Taken omtrent het fabriekswezen zijn opgegaan in de Afdeling Handel en Nijverheid.
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Afdeling Spoorwegen (WHN) 1901
Afdeling Nijverheid (LNH) 1906
Afdeling Handel (LNH) 1906
Afdeling Landbouw (BiZa) 1898 De landbouwtaken zijn opgegaan / afgesplitst in de Afdeling Landbouw.
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/12c3b881-0fce-4b46-a104-6976c5ecea6b
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004), 448 en 254.

[2] Ibidem, 257.

[3] Ibidem, 258.

[4] Ibidem, 382.

[5] R. Kramer, ‘Beschrijving van het archief. Inhoud en structuur van het archief. Inhoud. Takenoverzicht’, Inventaris van het archief van het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid, 1877-1905: Afdeling Handel en Nijverheid I, 1878-1905 2.16.60.04 (Den Haag 1988).

[6] Staatsalmanak 1905.

[7] Staatsalmanak 1880.

[8] Otten, Gids voor de archieven, 448.