Bureau E. had taken omtrent:
- samenstelling van hoofdstuk IX van de staatsbegroting betrekkelijk de uitgaven van het ministerie, van de begrotingen van inkomsten en uitgaven voor Nederlands-Indië, Suriname, Curaçao;
- medewerking met de andere bureaus bij de behandeling van zaken die invloed hebben op de begrotingen;
- controle van de remises die in goederen en in geld naar Nederland worden overgemaakt;
- verificatie van al de verantwoordingsstukken betrekkelijk het te gelde maken van de koloniale gouvernementsproducten, waaronder de voor de gouvernementsrekening gehouden assuranties en van de schaden, averijen etc. die daarop gelden;
- regeling van de uitzendingen van muntspeciën ter voorziening in de geldelijke behoeften van de koloniale administraties;
- acceptatie van de wissels die de koloniale besturen voor verdere voorziening in aldaar bestaande behoefte aan betaalmiddelen op het Ministerie van Koloniën afgeven;
- controle van de betaling van goederen bestemd om naar de verschillende koloniën te worden verzonden;
- regeling van de pensioenen, verloftraktementen en delegaties ten laste van de koloniën;
- zorg voor de overmaking van de koloniale bijdragen aan de schatkist van het Rijk;
- beheer en verantwoording van de fondsen bij de staatsbegroting ten behoeve van het departement van koloniën toegestaan;
- in het algemeen de zaken die in betrekking staan met het geldelijk beheer van de koloniën.[2]