Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1861
Einddatum
1874
Geschiedenis

Het Bureau A. Oost-Indische zaken (1859 -1861) werd in 1861 gesplitst in twee aparte bureaus vanwege de toegenomen bemoeienis van de overheid met Oost-Indië: Bureau Oost-Indische (Personele) Zaken en Bureau Oost-Indische (Algemene) Zaken. De personele zaken werden bij dit bureau behandeld.[1]

 

 

 

Functies en activiteiten

Bureau Oost-Indische (Personele) Zaken had taken omtrent:  

- zaken betreffende de benoeming en uitzending van ambtenaren voor alle vakken met inbegrip van de geestelijken, onderwijzers, ingenieurs, etc.;

- de stamboeken en in het algemeen de belangen van de Indische ambtenaren, waaronder ambtenaren die behoren sedentaire zeewezen in Nederlands-Indië; de reglementen voor hun pensioen en die van hun weduwen en wezen;

- regeling van de uitbetaling van:

a. de burgerlijke pensioenen, verloftraktementen en delegaties;

b. de pensioenen en onderstandsgelden van de burgerlijke weduwen en wezen;

- kortingen op de traktementen en pensioenen van de ambtenaren ten behoeve van de schatkist en van bijzondere personen;

- burgerlijke nalatenschappen;

- afgifte van consenten tot vertrek naar Nederlands-Indië.[2]

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Koloniën 1861 tot 1874
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Bureau A. Oost-Indische Zaken (Koloniën) 1861
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Bureau D. Personeel (Koloniën) 1874
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/0544a417-2be0-4462-860d-d0a541feb997
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 353.

[2] Staatsalmanak 1862.