De Defensiestaf van het Ministerie van Defensie (sinds 2005 vertegenwoordigd door de Commandant der Strijdkrachten, voorheen door de Chef-Defensiestaf en voor 1976 in de hoedanigheid van het Comité Verenigde Chefs van Staven) is belast met de volgende taken:
Namens de minister verantwoordelijk voor de uitvoering van de militaire operaties van Defensie.
Als hoogste militair binnen Defensie verantwoordelijk voor militair advies aan de minister.
Het voeren van het bevel over de operationele commando's van de krijgsmacht. De Koninklijke Marechaussee is als politieorganisatie met militaire status ook onderdeel van de krijgsmacht, maar voert haar taken niet onder bevel van de CDS uit.
Aansturing door middel van opdrachten en het daarbij ter beschikking stellen van middelen aan de operationele commando's.
Als corporate planner heeft de CDS tevens een rol bij de toewijzing van middelen aan de Defensie Materieel Organisatie en het Commando Dienstencentra, voor zover de daaronder ressorterende bedrijven en dienstencentra hun exploitatie niet (volledig) dekken uit inkomsten die zij genereren uit de verkoop van goederen of de levering van diensten.
Als verantwoordelijke voor de operationele gereedstelling en inzet van de krijgsmacht heeft de CDS de bevoegdheid aanvullende prioriteiten te stellen bij de door dienstencentra te leveren producten en diensten aan de OC's.
Volgens Algemeen organisatiebesluit Defensie 2005:
De Defensiestaf staat onder leiding van de Chef Defensiestaf die is belast met:
a. het met inachtneming van de aanwijzingen en de richtlijnen van de Secretaris-Generaal geven van ambtelijke leiding aan de Defensiestaf;
b. de taak van de hoogste militaire adviseur van de bewindslieden;
c. het ontwikkelen, overdragen, controleren en evalueren van het operationeel beleid, afgestemd op het algemeen defensiebeleid en het leveren van een inbreng terzake van de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure;
d. het doen uitvoeren van het in de Bestuursstaf ontwikkelde beleid door de Operationele Commando’s;
e. het besturen van en het houden van toezicht op de Operationele Commando’s;
f. het met inachtneming van de aanwijzingen en richtlijnen van de minister leiden van alle operaties;
g. de prioritering van de beschikbaarstelling van ondersteunende capaciteit van het Commando Dienstencentra en de Defensie Materieel Organisatie bij de operationele inzet;
h. het binnen de Bestuursstaf fungeren als centraal aanspreekpunt voor de Operationele Commando’s;
i. het aansturen van het Commando Koninklijke Marechaussee tijdens de niet onder de Politiewet 1993 vallende inzet;
j. internationale militaire zaken;
k. het sturen, prioriteiten stellen en bewaken van de defensieplanning (inclusief het opstellen van het Defensieplan) en de inbreng hiervan in de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure, inbegrepen de behoeftestellingen;
l. het leveren van een bijdrage aan de informatiebehoefte van de Bestuursstaf, gegeven het eigen terrein van verantwoordelijkheid;
m. het op aanwijzing van de bewindslieden leiden van politiek gevoelige projecten;
n. de doelmatige inrichting, de bedrijfsvoering en het interne beheer van de Defensiestaf.