Overzicht relaties

Hierarchisch bovenliggend
Voorgangers en opvolgers
Beschrijving
Bestaansperiode
Begindatum
1932
Einddatum
1935
Geschiedenis

De Directie van de Landbouw werd in mei 1932 overgebracht naar het Ministerie van Economische Zaken en Arbeid. De economische crisis leidde in de jaren-1930 tot een actiever overheidsbeleid en tot de oprichting van talrijke landbouwcrisisdiensten. Het in 1934 ingestelde College van Regeringscom­missarissen kreeg de hoogste leiding bij de uitvoering van het crisisbeleid. Onder de secretaris-generaal fungeerde in deze jaren het Landbouwcrisisbureau, in feite de departementale afdeling Landbouwcrisiszaken, met als taak het ontwerpen van wetten en andere maatregelen ter bestrijding van de crisis. Al deze organen stonden los van de Directie Landbouw, die het `gewone' landbouwbeleid uitvoerde. In 1935 kwam het onder minister L.N. Deckers voor het eerst tot een eigen Ministerie van Landbouw en Visserij.[1]

 

Het crisisbeleid van de jaren ’30 was gericht op de instandhouding van het landbouwbedrijf door de geldelijke opbrengsten te verhogen. De regering kreeg de bevoegdheid agrarische producten (in de praktijk de meeste) te bestemmen als crisisproducten, waarvan de productie kon worden beperkt. Ook kon de in- en uitvoer werden gereguleerd via monopolie heffingen. De opbrengst daarvan en van heffingen op het binnen­landse verbruik kwamen in een centraal Landbouwcrisisfonds. Uit dit fonds konden weer toeslagen op de prijzen voor agrarische producten worden verschaft. De aanvankelijk inciden­teel toegepaste steunmaatregelen werden in de Landbouwcrisiswet van 1933 tot één geheel gecodificeerd: vanaf dat jaar was er dan ook sprake van een gecoördineerd en gecentraliseerd landbouwcrisisbeleid.[2]

Functies en activiteiten

De Directie van de Landbouw had taken omtrent onderwijs, veeteelt, akkerbouw, tuinbouw, Rijkslandbouwproefstations, uitvoering van verschillende wetten, veeartsenijkundige dienst, Staatsbosbedrijf, rentambten, zuivelaangelegenheden, buitenlandse landbouwvoorlichtingsdienst, verslagen en statistiek.

Structuur

Onder de Directie van de Landbouw ressorteerde vier afdelingen (eerste t/m vierde afdeling) en een Centraal Administratief Bureau.[3]

 

 

Relaties
Bovenliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Ministerie van Economische Zaken en Arbeid 1932 tot 1933
Ministerie van Economische Zaken 1933 tot 1935
Onderliggend niveau
Naam Periode Beschrijving
Eerste Afdeling (EZ, EZA) 1932 tot 1935
Tweede Afdeling (EZ, EZA) 1932 tot 1935
Derde Afdeling (EZ, EZA) 1932 tot 1935
Vierde Afdeling (EZ, EZA) 1932 tot 1935
Voorgangers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Directie van de Landbouw (BiZL) 1932
Opvolgers
Naam Jaar van overgang Beschrijving
Directie van de Landbouw (L&V) 1935
Beheer
Identificatiecode van de instelling
Nationaal Archief
Publicatiestatus
Definitief
Niveau van detaillering
Gedeeltelijk
URL (permalink)
https://hdl.handle.net/10648/c6fbc8fe-d301-4107-93d3-3bb34e5d33d6
Bronnen

[1] F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004) 383.

[2] Ibidem, 386.

[3] Staatsalmanak 1933 en 1935.